Instellingen
Apparaat
Geluiden en meldingen
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Geluiden en meldingen.
• G eluidstand: instellen dat het apparaat de stille of geluidsstand gebruikt.
• I ntensiteit trilsignaal: de sterkte van het trilsignaal aanpassen.
• T rillen bij overgaan: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een trilsignaal
wordt gebruikt door het apparaat.
• B eltonen: een beltoon voor inkomende oproepen toevoegen of selecteren.
• T rilstand: een trilpatroon toevoegen of selecteren.
• B eltoon melding: een beltoon selecteren voor gebeurtenissen, zoals inkomende berichten.
• O verige geluiden: instellingen voor aanvullende geluiden configureren.
• G eluidskwal. en -effecten: de instellingen voor geluidskwaliteit en -effecten aanpassen.
• N iet storen: instellen dat het apparaat geluiden voor inkomende oproepen en meldingen
dempt, behalve voor toegestane uitzonderingen.
• M eldingen op vergrendelscherm: instellen of de inhoud van meldingen op het vergrendelde
scherm moet worden weergegeven.
• A pplicatiemeldingen: de meldingsinstellingen voor elke app wijzigen.
• M elding toegang: apps selecteren om al hun meldingen op het meldingsvenster weer te
geven.
• A dapt Sound: het geluid personaliseren voor het oor dat u het meeste gebruikt tijdens
oproepen of wanneer u naar muziek luistert.
Display en achtergrond
De display-instellingen wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Display en achtergrond.
• H elderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• A chtergrond: de achtergrondinstellingen voor het startscherm en het vergrendelde scherm
wijzigen.
• L ettertype: het lettertype en de lettergrootte wijzigen.
158