11. FOUTEN OPLOSSEN.
In geval van een probleem met de werking van het toestel zonder de in de relevante punten beschreven alarmen
en fouten, is het raadzaam om te controleren of het probleem gemakkelijk kan worden opgelost door de mogelijke
oplossingen te controleren die in de onderstaande tabel staan vermeld, voordat u technische hulp inroept.
Probleem
De warmtepomp werkt niet.
De compressor of de ventilator werkt niet.
11.1. Storingen in het toestel en foutmeldingen
Als er een fout optreedt of als de beveiligingsmodus automatisch wordt ingeschakeld, wordt het foutnummer op het
display van het bedieningspaneel weergegeven en knippert er een diode op de controllerkaart.
Beveiliging/
Storing
Stand-by modus
Normale werking
Storing aan de
watertemperatuursensor op de
bodem van de watertank
Storing aan de
watertemperatuursensor op de
bovendeel van de watertank
Storing aan de
verdampertemperatuursensor
Storing aan de
gastemperatuursensor bij de
compressorinlaat
Storing aan de
omgevingsluchttemperatuursen
sor
LED-indicator op
Foutnummer
de printplaat
Uitgeschakeld
Aan (rood verlicht)
☆●
P1
(1 knippering)
☆☆●
P2
(2 knipperingen)
☆☆☆●
P3
(3 knipperingen)
☆☆☆☆●
P4
(4 knipperingen)
☆☆☆☆☆●
P5
(5 knipperingen)
28
Mogelijke oorzaken
Geen stroom;
De stekker zit niet (goed) in het stopcontact.
De inschakel veiligheidstijd is nog niet verstreken;
De ingestelde temperatuur is al bereikt.
Mogelijke
oorzaken
1) Open
sensorcircuit
2) Kortsluiting in
het sensorcircuit
3) Schade aan
de printplaat
1) Open
sensorcircuit
2) Kortsluiting in
het sensorcircuit
3) Schade aan
de printplaat
1) Open
sensorcircuit
2) Kortsluiting in
het sensorcircuit
3) Schade aan
de printplaat
1) Open
sensorcircuit
2) Kortsluiting in
het sensorcircuit
3) Schade aan
de printplaat
1) Open
sensorcircuit
2) Kortsluiting in
het sensorcircuit
3) Schade aan
de printplaat
Corrigerende
maatregelen
1) Controleer de
aansluiting van de
sensor
2) Vervang de
sensor door een
nieuwe.
3) Vervang de
printplaat
1) Controleer de
aansluiting van de
sensor
2) Vervang de
sensor door een
nieuwe.
3) Vervang de
printplaat
1) Controleer de
aansluiting van de
sensor
2) Vervang de
sensor door een
nieuwe.
3) Vervang de
printplaat
1) Controleer de
aansluiting van de
sensor
2) Vervang de
sensor door een
nieuwe.
3) Vervang de
printplaat
1) Controleer de
aansluiting van de
sensor
2) Vervang de
sensor door een
nieuwe.