Inhoudsopgave
Advertenties
35
Ingestelde temperatuur van het
0
water in de watertank TS1
Temperatuurverschil voor het
1
starten van de verwarming
Alleen gekwalificeerde personen mogen fotovoltaïsche systemen ontwerpen en installeren!
9.3. Installatie van een externe recirculatiepomp en debietschakelaar
Installatie van een externe recirculatiepomp en debietschakelaar
In geval van behoefte aan warmwaterrecirculatie moeten de externe pomp en de debietschakelaar hydraulisch en elektronisch
worden aangesloten en geïnstalleerd volgens afb. 8. Als de debietschakelaar niet beschikbaar is, moet de verbinding FS 17
(fig. 8) worden aangesloten. De maximaal beschikbare stroom voor de pomp is 5A weerstandsbelasting. De thermische
sensor 18 moet ook worden aangesloten op de besturing en op de juiste wijze op de hydraulische module worden
gepositioneerd (zie afb.8). Parameternummer 14 moet door de installateur worden geconfigureerd (1 = zonnecirculatiepomp).
De circulatie van warmwater helpt om te voorkomen dat het water in de leiding van het toestel naar de mengbatterij
afkoelt als deze lange tijd niet wordt gebruikt. Op deze manier is het warmwater altijd klaar om de mengkraanbatterij te
gebruiken.
De logica van de recirculatiepomp is als volgt:
•
De pomp wordt gestart als aan de volgende voorwaarden tegelijkertijd wordt voldaan:
o
Het toestel is ingeschakeld;
T3 (temperatuur in de bovendeel van de watertank) ≥ parameter15 + parameter16;
o
T6 (temperatuur in de toevoerleiding - thermische sensor 18 – afb. 8) ≤ parameter 15-5℃;
o
•
De pomp wordt uitgeschakeld als aan de volgende voorwaarden tegelijkertijd wordt voldaan:
o
Het toestel is ingeschakeld;
T3 (temperatuur in de bovendeel van de watertank) ≤ parameter 15-2℃;
o
T6 (temperatuur in de toevoerleiding - thermische sensor 18 – afb. 8)≥ parameter 15;
o
Parameters voor de functie van de recirculatiepomp:
Code
Beschrijving
14
Type waterpomp
15
Temperatuur van het water in het toestel
waarbij de externe circulatiepomp zal
starten
16
Temperatuurverschil voor het starten
van de circulatiewaterpomp
9.4. In/uitschakelen van de contact terminal AAN/UIT
Parameter 35 moet op "0" worden gezet.
Wanneer de contact terminal AAN/UIT is gesloten en het toestel is ingeschakeld, werkt het toestel in de
bedrijfsmodus die door de bedieningsinstellingen is bepaald.
Wanneer de contact terminal AAN/UIT open is, werkt het toestel niet.
Alleen gekwalificeerde personen mogen het systeem voor in-/uitschakelen ontwerpen en installeren!
9.5. Elektrische verwarmer
9.5.1. Elektrische verwarmer – bedrijfsmodi– voorwaarde 1:
Als het toestel is ingeschakeld en de elektrische verwarmer niet handmatig via het bedieningspaneel wordt bediend:
1)
Werkt: Als de temperatuur op de bodemdeel van de watertank T2 gelijk is aan "TS1 calc", schakelt de compressor
uit en als "TS1 calc" <TS1 (handmatig ingestelde waarde), wordt de elektrische verwarmer op de volgende manier
0: (signaal op afstand aan/ uit)
aan/uit
TS6
1: (Fotovoltaïsche functie)
10～65℃
2～15℃
Omvang
Standaardwaarde
0/1/2
35℃
15～50℃
1-15℃
25
0
50℃
5℃
Opmerking
0
0: zonder waterpomp
1: (recirculatiepomp)
2: (zonnepomp)
Verstelbaar
2℃
Verstelbaar
Verstelbaar
Verstelbaar
Advertenties
Inhoudsopgave
