Afb. 8 Aansluiting op het waterleidingnet en de zonnecollector
Фиг.8а
OPMERKING: Wanneer de waterhardheid bijzonder hoog is (hoger dan 25 °f), wordt aanbevolen om een
waterontharder te gebruiken die op de juiste manier gekalibreerd en gecontroleerd is. In dit geval mag
de resterende hardheid van het water niet onder 15 °f vallen.
•
Bij gebruik van het toestel bij temperaturen en drukken boven de voorgeschreven limieten vervalt de
garantie.
•
De extra warmtewisselaar is ontworpen om het drinkwater te verwarmen door middel van
circulerende vloeistof in de vloeistoffase. Bij gebruik van een werkvloeistof in de warmtewisselaar in
de gasfase vervalt de garantie.
•
De warmtewisselaar is ontworpen om in een gesloten circuit met werkvloeistof water of water +
propyleenglycol + anti-corrosie additieven te werken. De niet-naleving van deze vereiste doet
afbreuk aan de garantievoorwaarden.
•
De verbinding tussen verschillende metalen in de circulatiesystemen leidt tot contactcorrosie.
Gebruik daarom diëlektrische verbindingen bij het aansluiten van buizen van koper, aluminium of
andere materialen dan staal op het toestel.
•
De kunststof buizen (bijv. PP) zijn zuurstofdoorlatend. De aanwezigheid van zuurstof in het water
leidt tot verhoogde corrosie van de warmtewisselaars in de binnenzijde. Het aansluiten van de
warmtewisselaar van het toestel op kunststof buizen of op open circulatiesystemen is niet
toegestaan.
•
De installateur van het systeem moet een 8-bar veiligheidsklep op de koudwaterinlaatpijp
installeren (afb. 8). 8).
•
Tussen de ontlastklep en het toestel mag geen afsluiter zitten!
OPMERKING: De veiligheidsklep moet regelmatig handmatig worden geopend om kalkaanslag en/of
verstopping te voorkomen (afb. 8).
OPMERKING: De afvoerleiding 6 (afb. 8) op de veiligheidsklep moet worden geïnstalleerd met een
doorlopende neerwaartse helling en op een plaats waar deze tegen vorst is beschermd. Het gebruik van
een speciale sifon (afb. 8a) is verplicht!
Vereiste installatie-elementen:
1.
Inlaatwaterpijp
2.
Afsluiter
3.
Drukregelaar voor het inlaatwater
4.
Terugslagklep
5.
Veiligheidsklep - 8 bar
6.
Riolering
8.
Aftapkraan
15
10.
Expansievat
11.
Veiligheidsklep voor het zonnesysteem -
6 bar
12.
Expansievat voor het zonnesysteem
15
Recirculatiepomp; I max = 5A
16 Thermostatisch mengventiel
17 Debietschakelaar
18 Externe thermische sensor
E.
Regeling van de warmtepomp