Installatie
4.7.2
Aansluiten van de warmtepompleidingen
De aansluiting van de leidingen op de warmtepomp
bestaat uit een platenwarmtewisselaar met aanvoer-
en retouraansluiting aan de achterkant van het
apparaat.
De warmtepomp kan met behulp van 22 mm
CU-leiding + isolatie, met UV-bescherming, met
knaag- en vogelpikbescherming, geschikt tot 15 m,
enkelvoudige lengte, afhankelijk van het aantal
bochten, worden aangesloten.
Let erop dat er een volumestroom van 18 l/m
gewaarborgd wordt.
> Bij een leidinglengte van 15 tot 30 m moet de
diameter van de gladde leidingen tot 28 mm
worden verhoogd.
Er mogen geen leidingen langer dan 50 m worden
aangelegd.
Isolatie van de leidingen
Isolatie gebruiken met de volgende eigenschappen:
-
van +80 tot -30 °C
-
UV- en weerbestendig
-
Isolatie bij voorkeur dicht en zonder
onderbrekingen
-
Dezelfde dikte als de leidingdiameter en
coëfficiënt K van 0,04 W/mK
Bij dak- en wanddoorvoer is een isolatiebeperking
met 50% toegestaan.
20
Om de isolatie te beschermen tegen
mechanische beschadigingen buiten, bv.
door pikken van vogels en UV-belasting,
moet buiten een extra isolatiemantel van
metaal of weerbestendige en pikbestendige
buitenfolie worden aangebracht.
Hybrid Plus 40-5c
7644019 - 1 (9-2015)