Anleitung_IW_160_SPK7_1__ 02.07.14 08:30 Seite 70
NL
massakabel naar de machine. De hoge lasstroom
kan het doorsmelten van de massakabel tot
gevolg hebben.
15. De beveiligingen van de voedingsleidingen naar
de netaansluitdozen moeten aan de voorschriften
voldoen (VDE 0100). Conform deze voorschriften
mogen alleen zekeringen of contactverbrekers
worden gebruikt die overeenkomen met de
leidingdiameter (voor veiligheidscontactdozen
max. 16 amp. zekeringen of 16 amp.
veiligheidsschakelaars). Een te zware zekering
kan leidingbrand resp. brandschade aan het
gebouw tot gevolg hebben.
Nauwe en vochtige ruimtes
Bij werkzaamheden in nauwe, vochtige of warme
ruimtes moeten isolerende onderlagen en
tussenlagen en ook kaphandschoenen van leer of
ander slecht geleidend materiaal worden gebruikt om
het lichaam te isoleren tegen vloer, wanden,
geleidende delen van het apparaat e.d.
Bij gebruik van kleine lastransformatoren voor het
lassen onder verhoogd elektrisch gevaar, zoals b.v. in
nauwe ruimtes met elektrisch geleidende wanden
(ketels, buizen enz.), in natte ruimtes (werkkleding
wordt met vocht doortrokken), in hete ruimtes
(doorzweten van de werkkleding), mag de
uitgangsspanning van het lasapparaat bij nullast niet
hoger zijn dan 80 volt (effectieve waarde). Het
apparaat kan in dit geval op grond van de hogere
uitgangsspanning dus niet worden gebruikt.
Beschermende kleding
1. Tijdens het werk moet de lasser op zijn hele
lichaam door de kleding en de
gezichtsbescherming zijn beschermd tegen
stralen en tegen verbrandingen.
2. Aan beide handen moeten kaphandschoenen
van een geschikte stof (leer) worden gedragen.
Ze moeten in een perfecte staat verkeren.
3. Ter bescherming van de kleding tegen
vonkenregen en verbrandingen moeten geschikte
schorten worden gedragen. Indien vereist gezien
de aard van de werkzaamheden, bijv.
bovenhands lassen, moet een beschermend pak
en indien nodig ook een hoofdbescherming
worden gedragen.
4. De gebruikte beschermende kleding en alle
accessoires moeten beantwoorden aan de
richtlijn "Persoonlijke beschermende uitrusting".
70
Bescherming tegen stralen en
verbrandingen
1. Op de werkplek op het gevaar voor de ogen
attent maken door een bord aan te brengen met
het opschrift: „Voorzichtig, niet in de vlammen
kijken!". De werkplekken moeten zo veel mogelijk
worden afgeschermd, zodat personen in de buurt
beschermd zijn. Onbevoegden moeten uit de
buurt van de laswerkzaamheden worden
gehouden.
2. In de onmiddellijke nabijheid van vaste
werkplekken mogen de wanden niet lichtkleurig
en niet glanzend zijn. Ramen moeten minstens tot
ooghoogte tegen doorlaten of terugkaatsen van
stralen worden beveiligd, bijv. door een geschikte
verflaag.
4. SYMBOLEN EN TECHNISCHE
GEGEVENS
EN 60974-1
Europese norm voor lasapparaten
voor lichtboog-handlassen met
begrensde inschakelduur.
Eénfase statische
�
b�
b
�
c
frequentieomvormer-transformator-
gelijkrichter
50 Hz
Netfrequentie
U 1
Netspanning
I 1 max
Maximale ontwerpwaarde netstroom
Zekering met nominale waarde in
ampère in de netaansluiting
U 0
Nominale nullastspanning
I 2
Lasstroom
Ø mm
Elektrode diameter
Symbool voor vallende karakteristiek
Symbool voor lichtboog-handlassen
met omhulde staafelektroden
1-fase netaansluiting