11
OPGELET!
OPGELET!
Bediening
11.1 Inbedrijfstelling
Om beschadigingen van de installatie of levensgevaarlijke verwondingen bij de eerste in-
bedrijfstelling van de machine te vermijden, moeten de volgende punten zeker in acht ge-
nomen worden:
–
De inbedrijfstelling van het systeem mag alleen uitgevoerd worden door daarvoor ge-
kwalificeerde personen die de veiligheidsinstructies in acht nemen.
–
Bij het bedienen van het transportsysteem moeten de bepalingen van de UVV conti-
nue transportmachine (VBG10) in acht worden genomen.
–
Controleer vóór de eerste start of al het gereedschap en alle vreemde voorwerpen uit
de machine zijn verwijderd.
–
Activeer alle veiligheidsvoorzieningen en NOODSTOP-schakelingen vóór de inbedrijf-
stelling.
–
Lees ook het hoofdstuk "Algemene veiligheidsinstructies".
–
Lees ook het extra "Bedieningsmanual / touch panel".
De instructie en inbedrijfstelling wordt uitgevoerd door de monteurs die het systeem plaat-
sen. Pas na de opleiding mag de installatie door de exploitant worden gebruikt.
11.2 Bediening
De dienbladen met de vaat worden over het algemeen aan het begin van het transportsys-
teem geplaatst en naar de spoelkeuken vervoerd.
Daar worden de dienbladen met de vaat gesorteerd en in de vaatwerkspoelmachine gezet.
Het systeem wordt op de wegruim- en sorteerplaatsen in de spoelkeuken in- en uitgescha-
keld.
Afhankelijk van het uitruimsysteem is bij het bandeinde een hoogtebegrenzings- of stif-
teindschakelaar aangebracht.
Speciale functies zoals opstuwingsschakeling zijn apart beschreven.
Omdat transporttechniekinstallaties door verschillende ruimtes of verdiepingen kunnen
worden geleid, wordt het systeem opgedeeld in verschillende werkgebieden.
Dit is nodig, zodat bij afzonderlijke NOODSTOP-activeringen niet het gehele transportsys-
teem om veiligheidsredenen moet worden gestopt.
Voorbeelden van de opsplitsing van de werkingsgebieden:
Dienbladplaatsing
Verticale transportband
Spoelkeuken
Vaatwerkspoelmachine
Grijp tijdens het bedrijf niet onder de snaar.
25 / 38
9750657