Advertenties
is het niet langer geschikt als drinkwater.
• Bescherm de terugstroombeveiliger tegen vorst.
• Hou de terugstroombeveiliger schoon en vrij van
modder.
Onderhoud
De werking minstens een keer per jaar controleren:
1. Na de werkzaamheden de hogedrukreiniger uit zetten.
2. De tapkraan sluiten.
3. De druk in de waterslang verminderen door het spuit-
pistool te openen.
4. De terugstroombeveiliger demonteren. Het water moet
uit de aftapopening ( ) komen (max. 100 ml) om schei-
ding van het drinkwater te verzekeren.
5. Als dit niet het geval is, probeer dan het BA ventiel te
reinigen of neem contact op met uw Nilfisk vertegenwoor-
diger.
C6.
Elektrische aansluiting
1. Volg de veiligheidsaanwijzingen.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
OPMERKING!
• Controleer het volgende voordat u apparaten met
een spanningsregelaar aansluit: of de ingestelde
spanning op de machine overeenkomt met de span-
ning van de elektrische installatie. Zo niet, kunnen
de elektrische onderdelen van de machine defect
raken
.
1)
• Bij gebruik van een kabelhaspel: Rol de kabel vol-
ledig af.
• De hogedrukreiniger mag alleen worden aangeslo-
ten op een op de juiste wijze geïnstalleerde elektri-
sche installatie.
C7.
Loshalen van de kabel
1. Draai de kabelhaak omhoog (A).
2. Haal de kabel los (B).
3. Draai de kabelhaak terug.
Het apparaat inschakelen
D1.
Spuitlans op spuitpistool aansluiten.
1. Trek de blauwe snelkoppeling (A) van het spuit-
pistool naar achteren.
2. Duw de nippel van de spuitlans (B) in de snelkop-
peling en laat de koppeling (A) los.
3. De spuitlans (of ander toebehoren) naar voren
trekken om te garanderen dat deze vast met het
spuitpistool is verbonden.
OPMERKING! Steeds vuil van de nippel verwijderen voor-
aleer de spuitlans met het spuipistool wordt verbonden.
OPMERKING! De omgevingstemperatuur moet tussen
0°C en en maximaal 40°C liggen. De machinetemperatuur
mag niet lager zijn dan 0°C.
D2.a Toestel inschakelen bij aansluiting op een waterleiding:
1. De hoofdschakelaar in de stand " I " brengen.
2. De spuitpistool ontgrendelen en activeren.
3. De veiligheidsgrendel ook bij korte arbeidsonder-
brekingen aanbrengen.
OPMERKING! Bedien het spuitpistool enkele malen kort
om het systeem te ontluchten. De hogedrukreiniger scha-
kelt automatisch uit nadat het spuitpistool is gesloten. Be-
dien het spuitspistool om de hogedrukreiniger weer op te
starten. DSS-uitvoeringen schakelen na 20 seconden uit
D2.b Inschakeling van de hogedrukreiniger als deze is aange-
sloten op een open tank in de aanzuigmodus
24
D
(Drukgeac-
1)
tiveerde uitvoering)
1. Vul de slang met water voordat aanzuigset 61256 op
de hogedrukreiniger wordt aangesloten.
2. Draai de hoofdschakelaar naar de stand " I ".
3. Ontgrendel het spuitpistool en bedien het.
D2.c
Inschakeling van de hogedrukreiniger als deze is
aangesloten op een open tank in de aanzuigmodus
(Stroomgeactiveerde uitvoering)
1. Vul de slang met water voordat aanzuigset 61256 op de
hogedrukreiniger wordt aangesloten.
2. Draai de hoofdschakelaar naar de stand " M " .
3. Ontgrendel het spuitpistool en bedien het.
4. Bedien de hoofdschakelaar opnieuw om de ho-
gedrukreiniger weer op te starten.
OPMERKING! De hogedrukreiniger schakelt auto-
matisch uit na vijf minuten stilstand. Zie hoofdstuk
specification voor de max. aanzuighoogte.
D3.
Drukregeling met de Tornado Pluslans en de Power-
SpeedVario Pluslans:
Hoge druk = in de richting van de wijzers van de
klok (+)
Lage druk = tegen de richting van de wijzers van de
klok (–)
D4.
Drukregeling met de FlexoPowerPlus-sproeier en de Po-
werSpeedVario Plus-lans: Verdraai de dop van de
FlexoPowerPlus-sproeier:
Hoge druk = MAX.
Lage druk = MIN. (CHEM)
D5.
Gebruik van reinigingsmiddelen: Slechts bij lage-druk-be-
drijf kunnen reinigingsmiddelen worden aangezogen via
de injector, die tot de standaarduitrusting behoort:
1. Verdun het reinigingsmiddel aan de hand van de aanwij-
zingen van de fabrikant.
2. Tornado Plus-lans en PowerSpeedVario Plus-lans
stel de drukregeling van de spuitlans in op lage druk (–),
of bij een FlexoPowerPlus-sproeier
FlexoPowerPlus-sproeier zover mogelijk richting "CHEM".
3. De hoeveelheid aangevoerd reinigingsmiddel kan wor-
den geregeld door de meetklep te verdraaien.
4. Kies tank A door de meetklep naar de A-zijde te verdraai-
en. Kies tank B door de meetklep naar de B-zijde te ver-
draaien.
5. Hoofdschakelaar Draai de schakelaar naar de stand " I ".
6. Activeer het spuitpistool.
ATTENTIE! Reinigingsmiddelen mogen niet opdrogen.
Het te reinigen oppervlak zou anders beschadigd kun-
nen worden!
Optillen met een kraan
E1.
Voordat de machine met een kraan wordt opgetild, moet
deze eerst in evenwicht worden gebracht. Maak schroef
(A) los, duw de beugel (B) iets naar voren.
E2.
Als de twee merktekens (C) op één lijn staan, staat de
beugel in de takelstand.
E3.
Zorg ervoor dat de schroef (D) is vastgedraaid in de ta-
kelstand. Bevestig een strop rond het midden van de beu-
gel (E) voor het vastmaken van de kraanhaak.
WAARSCHUWING! Sta niet onder de machine als
deze is opgetakeld.
.
1)
1)
Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
1)
1)
: draai de dop van de
E
1)
:
Advertenties
