Terug naar beginpagina
Audio regelen
Snelweggeluid-instelling
U kunt een bepaalde geluidsbereik
versterken dat moeilijk hoorbaar wordt als
gevolg van rijgeluiden.
1
Raak [Highway Sound]
(snelweggeluid) in het scherm
Graphic Equalizer.
Het scherm Highway Sound
(snelweggeluid) wordt weergegeven.
2
Selecteer het versterkingsniveau uit
[High] (hoog), [Low] (laag) en [OFF]
(uit).
Bediening
Het regelen van EQ-curves
1
Selecteer de EQ-curve uit [Natural],
[Rock], [Pops], [Easy], [Top40], [Jazz]
en [User] (gebruiker) met [2] en [3].
SystemQ-Ex regelen
Selecteert de onderdelen die voor het
instellen van de tooncurve moeten worden
aangepast. Als u deze instelling uitschakelt,
kan alleen het niveau van de tooncurves
worden ingesteld.
1
Raak [ON] of [OFF] aan bij [SystemQ-
Ex].
88
88
De equalizer handmatig regelen
1
Raak [Tone] aan op het scherm
Equalizer.
2
Stel de verschillende opties als volgt
in.
FREQ
Hiermee wordt de middenfrequentie van elk
gebied aangepast.
De waarden kunnen als volgt worden
ingesteld.
Bass: 4 0 Hz/50 Hz/60 Hz/70 Hz/80 Hz/100
Hz/120 Hz/150 Hz (standaard is "100 Hz".)
Middle: 5 00 Hz/1 kHz/1,5 kHz/2 kHz (standaard
is "1 kHz".)
Treble: 1 0 kHz/12,5 kHz/15 kHz/17,5 kHz
(standaard is "12,5 kHz".)
LEVEL
Hiermee wordt voor elk gebied het niveau
afgesteld.
De waarde voor elke instelling kan variëren van
-8 dB tot 8 dB; de standaardwaarde is "0 dB".
Q Factor
Aanpassing van de Q-waarde voor de lage
tonen en het middengebied.
De waarden kunnen als volgt worden
ingesteld.
Bass: 1/1,25/1,5/2 (standaardwaarde is "1".)
Middle: 1/2 (standaardwaarde is "1".)
Bass DC EXT
Bass DC EXT in- of uitschakelen. De
standaardwaarde is "OFF" (uit).
Als u "ON" (aan) selecteert, wordt de
middenfrequentie van het lagetonengebied
naar het lage register uitgebreid met ongeveer
20%.
[Flat]
Het toonniveau wordt 0 (vlak).
Subwoofer Level
Stelt het subwoofervolume in. Deze instelling
is niet beschikbaar wanneer de subwoofer op
"OFF" (uit) is ingesteld.
Zie Luidsprekers instellen
(P.82).
Zoneregeling
U kunt een verschillende bron selecteren
voor de posities voor en achter in de auto.
1
Raak [Zone Control] aan.
Het scherm Zone Control verschijnt.
2
Raak [Dual Zone] aan.
3
Stel de verschillende bronnen als
volgt in.
[3] (Front Source, Rear Source)
De audiobron voor resp. voor en achter
selecteren.
Terug naar beginpagina
Audio regelen
[∞], [5] (Rear VOL.)
Regelt het volume van het kanaal achterin.
[Single Zone]
Raak dit aan als u de functie Dubbele zone wilt
uitschakelen.
OPMERKING
• Wanneer het geluid van de achterste luidspreker
wordt doorgeschakeld, wordt de audiobron
waarvan het geluid via de AV OUTPUT-aansluiting
wordt doorgegeven, ook naar dezelfde bron
doorgeschakeld.
• Wanneer de functie Dubbele zone op On
is ingesteld, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
• Weergave van de subwoofer.
• Subwoofervolume/Bass Boost
(P.86)
• Equalizerregeling/Ruimtelijke weergave
/
(P. 87, 89, 90)
Luisterpositie
• DSP Bypass Control
/Luidsprekers
instellen/Instelling van het autotype
(P.85, 82, 84)
Ruimtelijke weergave
1
Raak [Space Enhancer] aan.
Het scherm Space Enhancer verschijnt.
2
Raak [Small] (klein), [Large] (groot) of
[OFF] (uit) aan.
Elke in te stellen waarde geeft het niveau
van een akoestische omgeving aan.
OPMERKING
• Deze instelling is niet beschikbaar met de tuner
als bron.
89