Terug naar beginpagina
Instellingen
Beveiligingsinstellingen
Bediening van
U kunt een beveiligingscode instellen om
uw ontvangersysteem tegen diefstal te
beschermen.
OPMERKING
• Wanneer de functie Security Code is geactiveerd,
kunt u de code niet wijzigen en de functie niet
vrijgeven. U kunt als beveiligingscode een getal
van 4 cijfers naar keuze instellen.
1
Raak [Security] aan op het scherm
System Menu.
Het scherm Security verschijnt.
2
Raak [ON] aan bij [SI].
OPMERKING
• Als "SI" is ingeschakeld, knippert de SI-indicator op
het subpaneel wanneer de contactsleutel van de
auto op "uit" staat en het paneel is losgekoppeld.
De standaardinstelling is "ON" (aan).
3
Raak [SET] aan bij [Security Code Set].
OPMERKING
• Als u de coderegistratie al hebt voltooid, wordt
[CLR] weergegeven.
4
Voer een beveiligingscode van vier
cijfers in en raak [Enter] aan.
5
Voer dezelfde code nogmaals in en
raak [Enter] aan.
De beveiligingscode wordt geregistreerd.
72
72
OPMERKING
• Als u een andere beveiligingscode invoert, keert
het scherm terug naar stap 4 (voor de eerste
invoering van de code).
• Als u op de knop <Reset> hebt gedrukt of als u de
verbinding van de ontvanger met de batterij hebt
verbroken, voer dan de juiste beveiligingscode in
zoals u die in stap 4 hebt ingevoerd en raak [Enter]
aan. Uw ontvanger is klaar voor gebruik.
Bediening van
Nadat ACC op OFF is ingesteld, knippert
er een rode indicator op het toestel om
potentiële dieven te waarschuwen.
Als de functie op "ON" (standaardwaarde) is
ingesteld, knippert de beveiligingsindicator
op het voorpaneel wanneer de
contactsleutel van het voertuig op "uit" staat.
1
Raak [Security] aan op het scherm
System Menu.
Het scherm Security verschijnt.
2
Raak [ON] of [OFF] aan bij [SI].
EXT SW instellen
Instellen van de voedingsmodus met externe
schakelaar
1
Raak [EXT SW] aan op het scherm
System Menu.
Het scherm EXT SW verschijnt.
2
Stel de verschillende opties als volgt
in.
SW Name
Instellen van de naam van het externe
apparaat.
Output Pattern
Instellen van de uitgangsmodus van het
voedingssignaal op "Pulse" of "Level". De
standaardinstelling is "Pulse".
U kunt instellen dat de uitgang elke keer wordt
in- of uitgeschakeld wanneer de knop op het
scherm EXT SW wordt aangeraakt. Zie Externe
apparaten regelen
(P.80).
Pulse Set
Hiermee wordt de uitgangstijd van het
pulssignaal ingesteld.
De uitgangstijd is 500 ms als "1" is ingesteld.
Deze wordt bij elke stap met 200 ms verhoogd.
Er kunnen maximaal 100 stappen worden
ingesteld.
OPMERKING
• U kunt alleen tekens invoeren nadat u de
parkeerrem hebt aangetrokken.
• "Pulse": genereert één voedingssignaalpuls.
• "Level": g eeft doorlopend een hoog
voedingssignaal.
Terug naar beginpagina
Instellingen
Geheugen instellen
De instellingen voor audioregeling, AV-IN
SETUP, camera en audio SETUP kunnen
in het geheugen worden opgeslagen. De
opgeslagen instellingen kunnen op elk
willekeurig moment worden opgeroepen.
Zelfs wanneer de instellingen worden gewist,
bijvoorbeeld door vervanging van de accu,
kunt u ze herstellen.
1
Raak [SETUP Memory] aan op het
scherm System Menu.
Het scherm SETUP Memory verschijnt.
2
Volg de instructies op het scherm op.
[Lock]/[Unlock]*
Vergrendelt de instellingen voor AV-IN SETUP
en audio SETUP resp. heft de vergrendeling op.
Yes
Slaat de instellingen op in het geheugen of
haalt ze terug.
No
Annuleert de functie of het opslaan.
Het scherm SETUP Menu verschijnt opnieuw.
* Als [Lock] is geselecteerd, kunt u de
instellingen voor AV-IN SETUP en audio
SETUP niet wijzigen.
Bovendien worden dan onder
elk instellingspictogram in het
instellingenmenu het vergrendelsymbool
weergegeven.
Lees verder op de volgende pagina
73