• Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de sluimerstand staat.
Oplossing: Als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is
geen defect. Meer informatie vindt u in 'Spaarstanden' op pagina 22.
Problemen met het vaste-schijfstation
• Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid.
Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als:
– het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens
– u het vaste-schijfstation optilt
– u de computer optilt
Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect.
• Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
Oplossing: Controleer in het menu Startup van ThinkPad Setup of het vaste-schijfstation is opgenomen
in de lijst Boot priority order. Als het station in de lijst Excluded from boot order staat, is het
uitgeschakeld. Selecteer de desbetreffende invoergegevens in de lijst en druk op de toets Shift+1 om
terug te keren naar de lijst Boot priority order.
• Probleem: Nadat ik een hard disk password heb ingesteld, verplaats ik het vaste-schijfstation naar een
andere computer maar ik kan het hard disk password niet ontgrendelen op de nieuwe computer.
Oplossing: Uw computer werkt met een geavanceerd wachtwoordalgoritme. Oudere computers kunnen
vaak niet met een dergelijke beveiligingsfunctie overweg.
Probleem met het SSD-station
Probleem: Wanneer u met behulp van de compressiefunctie van het Windows-besturingssysteem
bestanden of mappen comprimeert en deze vervolgens weer decomprimeert, verloopt het lezen of schrijven
van die bestanden of mappen bijzonder traag.
Oplossing: Gebruik het programma Schijfdefragmentatie van het Windows-besturingssysteem, zodat u
sneller toegang krijgt tot de gegevens.
Softwareprobleem
Probleem: Een bepaald programma werkt niet goed.
Oplossing: controleer of het probleem niet wordt veroorzaakt door het programma.
Controleer of in de computer de minimale hoeveelheid geheugen is geïnstalleerd om het softwareprogramma
uit te voeren. Raadpleeg de handleidingen die bij het softwareprogramma zijn geleverd.
Controleer of:
• Het softwareprogramma geschikt is voor gebruik onder uw besturingssysteem.
• Andere softwareprogramma's werken wel goed op de computer.
• De vereiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.
• Het softwareprogramma werkt wel goed op een andere computer.
Als er een foutbericht op het scherm wordt weergegeven terwijl u het softwareprogramma gebruikt,
raadpleegt u de handleidingen of de Help die bij het softwareprogramma zijn geleverd.
.
Hoofdstuk 7
Computerproblemen oplossen
77