Standaard zijn zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de trackpad actief met de aanraakbewegingen
ingeschakeld. Ga naar 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 19 om de instellingen te
wijzigen.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat bestaat uit de volgende componenten:
1
Aanwijsknopje
2
Linksklikknop (primaire klikknop)
3
Rechtsklikknop (secundaire klikknop)
4
Schuifbalk
Volg de onderstaande instructies om het TrackPoint-aanwijsapparaat te gebruiken:
Opmerking: Plaats uw handen in de positie voor typen en gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk uit
te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. Gebruik uw duim om op de linker- of rechtermuisknop
te drukken.
• Aanwijzen
Gebruik het aanwijsknopje
gebruiken, oefent u druk uit op het antislipdopje van het aanwijsknopje in een richting parallel aan het
toetsenbord. De aanwijzer beweegt naar behoren, maar het aanwijsknopje zelf wordt niet verplaatst. De
snelheid waarmee de aanwijzer wordt verplaatst, wordt bepaald door de hoeveelheid druk die op de knop
wordt uitgeoefend.
• Klikken met de linkerklikknop
Druk op de linksklikknop
• Klikken met de rechterklikknop
Druk op de rechtsklikknop
• Bladeren
1
om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen. Om het aanwijsknopje te
2
om een item te selecteren of te openen.
3
om een snelmenu weer te geven.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
17