De audiovoorzieningen gebruiken
Uw computer is uitgerust met de volgende items:
• Audioaansluiting met een diameter van 3,5 mm
• Microfoons
• Luidsprekers
De computer beschikt tevens over een audiochip waarmee u kunt genieten van allerhande
multimediamogelijkheden, zoals de volgende:
• Compatibel met High Definition Audio
• Afspelen van MIDI- en MP3-bestanden
• Opnemen en weergeven van PCM- en WAV-bestanden
• Opnemen van diverse typen geluidsbronnen, bijvoorbeeld een aangesloten hoofdtelefoon
In de volgende lijst krijgt u informatie over ondersteunde functies van de audioapparaten die op uw computer
of dockingstation worden aangesloten.
• Headset met vierpolige plug van 3,5 mm: hoofdtelefoon- en microfoonfuncties
• Conventionele hoofdtelefoon: hoofdtelefoonfunctie
Opmerking: De conventionele microfoon wordt niet ondersteund.
De slimme audiovoorziening gebruiken
De slimme audiovoorziening wordt ondersteund op bepaalde computermodellen. Ter bescherming tegen
gehoorverlies beperkt deze voorziening de RMS-uitvoerspanning van de computer tot 130 mV wanneer een
headset of hoofdtelefoon is aangesloten.
U kunt de instelling als volgt wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en geef grote pictogrammen weer.
2. Klik op SmartAudio. Klik in het venster dat wordt weergegeven, op het pictogram
Hoofdtelefoonbeperking uitschakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De camera gebruiken
Als uw computer een camera heeft, kunt u de camera gebruiken voor het bekijken van een voorbeeld van uw
videobeeld en het maken van een momentopname van uw huidige beeld.
Om de camera te starten, opent u het menu Start en klikt u op Camera.
Wanneer de camera wordt gestart, gaat het lampje wit branden om aan te geven dat de camera in gebruik is.
U kunt de ingebouwde camera ook met andere programma´s gebruiken die functies bieden zoals
fotograferen, videocapturing en videoconferencing. Om de ingebouwde camera met andere programma´s te
gebruiken, opent u een van de programma´s en start u de functie voor fotograferen, videocapturing of
videoconferencing. Vervolgens wordt de camera automatisch gestart en gaat het witte lampje van de camera
branden. Meer informatie over het gebruik van de camera met een programma vindt u in het Help-
informatiesysteem van het programma.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
25