Voer het faxnummer in
3
Kies met de numerieke toetsen het
faxnummer van de ontvanger.
Voorbeeld
= 0 1 2 X X X X X X X _
Situatie
● U hebt een verkeerd nummer
ingevoerd:
Gebruik [
] om terug te gaan naar het
onjuiste nummer en druk op [C]
(Wissen) om het te wissen. Als u op [C]
(Wissen) drukt en vasthoudt, verwijdert
u de gehele invoer. Probeer het
vervolgens nogmaals.
Verzend het document
4
Druk op [Start]. Na het scannen
drukt u op [OK] om het nummer te
kiezen.
Als het formaat papier in het apparaat van de ontvanger
niet overeenkomt met het gescande formaat, wordt het
originele faxbericht mogelijk verkleind of in kleinere
delen opgesplitst bij de ontvangst.
Situatie
● U drukt op [Stop/Reset] om een taak
te annuleren tijdens of na het
scannen van documenten:
Het bericht <ANN. TIJDENS TX/RX?>
verschijnt. Druk op [
selecteren. De taak wordt geannuleerd
en de stand-bymodus van het display
wordt geactiveerd.
] om <JA> te
4-2