4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vertrektijd.
• Selecteer Aankomsttijd.
5
Selecteer een datum en tijd en selecteer Sla op.
6
Selecteer Tijdsduur.
7
Selecteer de tijd die u wilt doorbrengen op de locatie en
selecteer Sla op.
8
Herhaal, indien nodig, de stappen 3–7 voor iedere locatie.
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer een route, als daarom wordt gevraagd
Een opgeslagen reis bewerken
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Wijzig naam van reis.
• Selecteer Wijzig bestemmingen om locaties toe te
voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties
te wijzigen.
• Selecteer Wis reis.
• Selecteer Volgorde optimaliseren om uw
reisbestemmingen in de meest efficiënte volgorde te
plaatsen.
Recente routes en bestemmingen
weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer Apps > Waar ik ben geweest.
Gegevensbeheer
U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de
geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows ® 95,
98, ME, Windows NT ® , en Mac ® OS 10.3 en ouder.
Bestandstypen
Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende
bestandstypen.
• Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin™
kaartsoftware, waaronder MapSource ® , BaseCamp™ en
HomePort™
(pagina
4).
• GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI
Loader
(pagina
4).
Over geheugenkaarten
Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Software met vooraf geladen kaarten van Garmin kunt u ook
aanschaffen op www.garmin.com/trip_planning. U kunt op de
geheugenkaarten behalve kaarten en kaartgegevens ook
afbeeldingsbestanden, geocaches, routes, waypoints en eigen
nuttige punten opslaan.
Gegevensbeheer
(pagina
(pagina
14).
Een geheugenkaart installeren
Het toestel biedt ondersteuning voor microSD™ en microSDHC-
geheugenkaarten.
1
Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel.
2
Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
Het toestel aansluiten op uw computer
U kunt het toestel met de meegeleverde USB-kabel op een
computer aansluiten.
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USB-
poort op uw computer.
Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een
5).
computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Het apparaat wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
Gegevens van uw computer overzetten
1
Verbind het toestel met uw computer
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
2
Open de bestandsbrowser op de computer.
3
Selecteer een bestand.
4
Selecteer Bewerken > Kopiëren.
5
Blader naar een map op het toestel.
OPMERKING: Plaats geen computerbestanden in de
Garmin-map op verwisselbare stations en volumes.
6
Selecteer Bewerken > Plakken.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Op Windows-computers: selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
• Op Mac-computers: sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Het toestel aanpassen
Kaart- en voertuiginstellingen
Als u de kaart- en voertuiginstellingen wilt wijzigen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u een ander pictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in.
Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
(pagina
13).
voor meer pictogrammen.
13