Bediening
Functies van belangrijkste onderdelen
Onderdeel
Verwarmingsindicator (2)
Warmhoudindicator (3)
Het apparaat vullen
• Zorg ervoor dat de aftapkraan (4) is gesloten.
• Vul het apparaat niet tot boven de MAX-mar-
kering op de binnenwand van de container. Het
wordt aanbevolen het apparaat niet te gebruiken
als het vloeistofniveau te laag is.
NL
• Bewaar vloeistof niet voor lange tijd in het ap-
paraat.
Het apparaat AAN/UIT zetten
• Steek de stekker in een geschikt stopcontact.
• Schakel het apparaat in door de AAN / UIT-knop
(1) naar de stand "I" te drukken.
Na gebruik
• Draai de "temperatuurknop" tot deze omlaag is
gericht.
• Schakel het apparaat UIT door op de AAN / UIT-
knop (1) te drukken.
Afgifte
• Plaats een geschikte beker zo dicht mogelijk on-
der de kraan.
• Druk de hendel op de kraan naar beneden om de
gewenste hoeveelheid vloeistof af te geven.
24
Functie
AAN/UIT-knop
- Schakel het apparaat IN (I) of UIT (0).
Temperatuurknop
- Schakel de verwarmingsfunctie in of uit en stel de temperatuur in (bereik: ca. 30°C
~ 110°C).
Verwarmingsindicator
- Licht oranje op om aan te geven dat de verwarmingsfunctie is geactiveerd.
Warmhoudindicator
- Licht groen op om aan te geven dat de vloeistof warm wordt gehouden op een sta-
biele temperatuur.
• De vloeistof wordt verwarmd tot de ingestelde
temperatuur.
• Als de ingestelde temperatuur is bereikt, zal de
warmhoudindicator (3) groen oplichten. De vloei-
stof wordt warmgehouden op een stabiele tem-
peratuur.
• Stel daarna de temperatuur in door aan de "tem-
peratuurknop" te draaien [Bereik: 30°C ~ 110°C].
• De VERWARM-indicator (2) licht oranje op.
Opmerking: Draai de "temperatuurknop" altijd
naar beneden en druk de AAN/UIT-
knop (1) naar de stand "0" voordat u
de stekker uit het stopcontact trekt.
• Trek de hendel terug naar boven nadat de afgifte
is voltooid.