5. Systeem diagnostiek
Alle elektromagnetische apparaten moeten met onregelmatige tussenpozen op
problemen worden onderzocht. U kunt de meeste problemen oplossen met
behulp van algemene kennis. De meeste problemen worden veroorzaakt door
een batterij die niet volledig is opgeladen of een batterij die niet kan worden
opgeladen.
Diagnostische ring code
De diagnostische ringcode van de reisscooter wordt uitsluitend gebruikt voor
het oplossen van basisproblemen op een snelle en eenvoudige manier. De
diagnostische ring code zal rinkelen in een van de volgende omstandigheden.
Uw reisscooter kan een van de volgende coderingsmethodes gebruiken, die
afhankelijk is van het type van uw reisscooter:
1. De ringcode bestaat uit een reeks snelle en langzame ringen. De twee
soorten ringen worden gecombineerd om een ring code te vormen. De
belcode gaat slechts eenmaal over. Als u de belcode herhaaldelijk wilt laten
rinkelen, verwijdert u de sleutel, steekt u de sleutel in het slot en draait u de
sleutel in de stand "ON".
2. De ring code kan de huidige situatie identificeren. De ringcode blijft u op
deze manier herinneren totdat u de reisscooter uitschakelt.
os alleen de problemen op die door de ringcode
worden weergege en.
opnieuw op en u kunt de reisscooter ononderbroken
gebruiken.
e accu moet worden opgeladen o er is een slechte erbinding met de accu. ontroleer
de aansluitingen naar de batterij. ls de erbindingen goed zijn probeer dan de batterij op
r is een slechte erbinding met de motor. ontroleer alle erbindingen tussen de motor
parkeerrem en de motor. org er oor dat de aansluitingen an de controller goed astzitten.
r is een te hoge spanning op de controller gezet. it wordt meestal eroorzaakt door een
en de controller.
e motor hee t een kortsluiting op een accu aansluiting. eem contact op met uw
ser ice agent.
e rijloopschakelaar is geacti eerd o het handrem ontkoppelingsmechanisme is
bediend. ontroleer de stand an de schakelaar o de hendel.
e
dri e wordt a geremd om te rijden inhibit
acculader is aangesloten o doordat de stoel niet in de rijstand staat.
r wordt een gasklepstoring aangege en. org er oor dat de gashendel in de ruststand
staat al orens de scooter in te schakelen.
r is een out in de controleur aangege en. org er oor dat alle erbindingen goed
e parkeerremmen hebben een slechte erbinding. ontroleer de aansluitingen an de
slechte accu erbinding. ontroleer de aansluitingen an de batterij.
et de reisscooter uit en start hem
te laden.
iet gebruikt
is actie . it kan komen doordat de
astzitten.
25
wakke batterij
otor draadbreuk
otoraarding
rukknop bediening
iet gebruikt
ediening snelheidsbegrenzing
schakelaar
e ecte rijhendel.
e controleur kan kapot gaan.
toring in elektromagnetische rem
erspanning an de accu