3. Gebruik en bediening
Schakel de scooter uit en verwijder de sleutel voordat u de scooter
in de vrijloopstand zet. Ga niet op de scooter zitten wanneer u in of
uit de vrijloopstand gaat. Ga niet op de scooter zitten als deze in de
vrijloopstand staat. Ga niet in de vrijloopmodus als de scooter op
een helling staat. In de vrijloopstand kan de gebruiker de scooter vrij
duwen. Zodra de scooter op de gewenste locatie is geplaatst,
schakel dan het aandrijf- en remsysteem weer in.
Anti-rollover wiel
Het anti-rollover wiel is een belangrijke veiligheidsvoorziening van
de scooter.
Gebruikers mogen het antikantelwiel niet
demonteren en de scooter op geen enkele wijze
wijzigen.
Afstellen van de hoek van de richtingstang (Foto 3
Om de hoek van de richtingstang aan te passen, draai de ronde
draaiknop los bij de basis van de richtingstang waar deze is
verbonden met het scooterplatform. Draai de knop tegen de klok in en
stel de richtingstang in op de gewenste positie. Draai de knop vast
door deze met de klok mee te draaien en zorg ervoor dat de
richtingsstang op zijn plaats wordt vergrendeld.
Rotatie van de stoel aanpassen
Om de stoel te draaien, tilt u de hendel van de rotatiestang op die
zich rechts onder de stoel bevindt. Draai de stoel naar de gewenste
locatie en laat de draaistanghendel los. De stoel zal zich in een vaste
positie bevinden (Afbeelding 4).
Stap 1: Trek de rotatiestang omhoog om de stoel te draaien.
Stap 2: Draai de stoel naar de ideale positie.
Stap 3: Laat de rotatiestang los om de stoel in de gewenste positie te
vergrendelen.
13