Wijzig de fabrieksinstelling van de motor niet, en
laat de motor niet in een te hoog toerental draaien.
In geval van een gewijzigde fabrieksinstelling neemt
u contact op met de ETESIA-verkoper.
7•6•2 UITZETTEN VAN DE MOTOR
• Zet de gashendel op de positie [MINI] en draai de contactsleutel naar
links op de stoppositie [0].
• Draai de benzinekraan dicht als u de ontstruiker langere tijd niet
gebruikt.
LET OP!
Gebruik niet de positie [START] van de gashendel
om de motor te stoppen.
LET OP!
Laat de contactsleutel niet in de positie start [I] staan
als de motor is gestopt, de batterij zou langzaam leeglopen en
de urenteller zou blijven lopen.
LET OP!
Haal de sleutel uit het stopcontact als u de ontstrui-
ker onbewaakt achterlaat.
7•7 AAN- EN UITZETTEN VAN HET
MAAIGEDEELTE
7•7•1 AANZETTEN
• Zet de gashendel in de positie [MAXI].
• Zet de koppeling (punt 1 bladzijde 9) in de positie [1] die op het dash-
board te vinden is.
• Het aanzetten van het maaigedeelte is slechts mogelijk als de gebruiker
op de stoel zit.
7•7•2 UITZETTEN
• Om het maaigedeelte te stoppen zet u de koppeling (punt 1 bladzijde
9) in de positie [0].
• Als de bestuurder zijn stoel verlaat, zal het stoppen van de motor
ook de maai-inrichting stoppen.
• De remtijd van het mes moet lager zijn dan 5s.
Voordat uw de stoel verlaat, dient u de maai-inrichting stop
te zetten.
7•7•3 TOESTEMMiNGSSCHAKELAAR "ACHTER-
UIT MAAIEN"
Door één keer op deze schakelaar (punt 2 bladzijde 9) te
drukken terwijl het maaisysteem in werking is, staat u de
ontstruiker toe achteruit te maaien. Indien u dat niet doet,
blokkeert het maaisysteem op het moment dat u achteruit
gaat. Het maaisysteem komt weer op gang door de
bedieningshendel op neutraal of vooruit te zetten. Indien u het
maaisysteem blokkeert door op de schakelaar "maaisysteem
starten" te drukken of door een beveiliging heen te gaan, moet
u deze toestemming opnieuw activeren.
7•8 BESTUREN VAN DE ONTSTRUIKER
7•8•1 HANDREM (AFBEELDING 6)
De hendel voor het blokkeren van de handrem bevindt zich links van
de stoel.
• Om de handrem aan te trekken drukt u het rempedaal in (1) en u zet
de hendel voor het blokkeren in de achterste positie (2). Haal uw voet
van de rempedaal voordat u de hendel van de handrem loslaat en
die dan geblokkeerd blijft in de achterste positie.
• Om de handrem los te maken drukt u op het rempedaal. De hendel
voor het blokkeren gaat automatisch in de voorste positie staan.
18
7• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Voordat uw de stoel verlaat, dient u de handrem aan te
trekken.
Druk niet op het rempedaal om langzamer te gaan rijden. Houdt
controle over de snelheid met het dynamische remmen dat
door de koppeling wordt verzekerd, door minder hard op het
gaspedaal te drukken.
7•8•2 HANDMATIGE BESTURINGSHENDEL OM
VOORUIT TE RIJDEN (AFBEELDING 7)
Het vooruit rijden van uw ontstruiker kan tevens door de handmatige
besturingshendel aan uw rechterkant worden bediend.
• Druk de hendel voorzichtig vooruit om de snelheid te controleren.
• Trek de hendel voorzichtig achteruit om de snelheid bij het achteruit
rijden te controleren.
• Laat de hendel los om te stoppen.
7•8•3 PEDAAL BLOKKERING DIFFERENTIEEL
(AFBEELDING 8)
De differentieel kan kort geblokkeerd raken in geval van slippen van
één van de aangedreven wielen om het benodigde motorvermogen te
vinden voor het vooruit rijden.
• Druk met uw linkervoet op de besturing van het blokkeren van de
differentieel om de aangedreven wielen te koppelen. Volg een recht
traject zolang de differentieel is geblokkeerd.
• Laat de pedaal los om automatisch naar de normale configuratie
terug te keren zodra het normale motorvermogen is hersteld.
LET OP!
Het rijden met een geblokkeerde differentieel
vergroot de draaicirkel en maakt de machine moeilijker om
te besturen en het risico op een gebrek aan stabiliteit kan
een risico betekenen voor de gebruiker.
7•9 INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
(AFBEELDING 9)
Druk op de knop op het uiteinde van de hendel voor het instellen van
de maaihoogte en trek vervolgens de hendel naar boven of begeleidt
deze omlaag, om de maaihoogte te verhogen of te verlagen. Laat de
knop los om de hendel in de gekozen positie vast te zetten.
• Gebruik een instelling die hoger is dan 75 mm om hoog vochtig gras
te maaien.
• Het lager instellen van de maaihoogte dient tot regelmatig onder-
houden en vlakke grasvelden beperkt te blijven.
7•10 MAAIEN
Voor het maaien dient u de toestand van het lemmet
en de bevestiging te controleren.
Om regelmatig te maaien is het belangrijk om te controleren dat de druk
van de banden overeenkomt met de met de geadviseerde druk van 1,2
kg/cm² voor de voorbanden en 0.8 kg/cm² voor de achterbanden.
Als u het gras kort maait, dient u verplicht een langzame snelheid aan
te houden, om een hoog toerental van de motor te handhaven.
Figuur 10 geeft weer hoe op optimale manier de ontstruiker op het
merendeel van de grasvelden te gebruiken is. Deze aanwijzingen maken
het mogelijk om te strakke bochten en de nutteloze verplaatsingen te
vermijden.
7•10•1 MAAIEN HOOG GRAS
Om zeer hoog gras te maaien maakt een hulpmiddel voor het zijwaarts
uitwerpen het mogelijk om de doeltreffendheid van uw ontstruiker te
verbeteren.