Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 96. De voedingseenheid installeren
7. Sluit de nieuwe voedingskabels aan op de systeemplaat.
8. Kantel het schijfcompartiment omlaag en installeer de verwijderde delen opnieuw. Zie 'Vervangen van
de onderdelen voltooien' op pagina 62 om de vervanging te voltooien.
De systeemplaat vervangen
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met
belangrijke productinformatie hebt gelezen.
1. Verwijder externe opties. Zie 'Externe opties vervangen' op pagina 14.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 17.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'De frontplaat vervangen' op pagina 18.
4. Verwijder de I/O-beugel voor. Zie 'De voedingsplaat van de aan/uit-knop en de kaartlezer vervangen' op
pagina 28.
5. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Het schijfcompartiment omhoog en omlaag
kantelen' op pagina 21.
6. Verwijder alle geheugenmodules. Zie 'Een geheugenmodule vervangen' op pagina 49.
7. Verwijder het koelvinblok en de ventilatoreenheid. Zie 'De module met het koelelement en de ventilator
vervangen' op pagina 51.
8. Verwijder de microprocessor. Zie 'De microprocessor vervangen' op pagina 53.
9. Verwijder alle PCI Express-kaarten. Zie 'Een PCI Express-kaart vervangen' op pagina 56.
10. Verwijder de Wi-Fi-kaart. Zie 'De Wi-Fi-kaart vervangen' op pagina 39.
11. Verwijder het M.2 SSD-station. Zie 'Het M.2 SSD-station vervangen' op pagina 43.
12. Noteer de kabelgeleiding en de kabelaansluitingen op de achterplaat en koppel vervolgens alle kabels
van de systeemplaat los. Zie 'Systeemplaat' op pagina 5.
13. Vervang de systeemplaat.
Opmerkingen:
• De nummers in de volgende afbeelding geven de locaties van de schroeven aan en niet een
specifieke volgorde voor het verwijderen en terugplaatsen van de schroeven.
• Pak de systeemplaat voorzichtig bij de randen vast.
.
Hoofdstuk 4
Hardware vervangen
61
Advertenties
Inhoudsopgave
