Restwarmte-indicatie
Als een kookzone warm is, brandt na
uitschakeling de restwarmte-indicatie.
De streepjes van de restwarmte-indica-
tie gaan een voor een uit naarmate de
kookzones verder afkoelen. Het laatste
streepje gaat pas uit als de kookzones
zonder gevaar kunnen worden aange-
raakt.
Gevaar voor verbranding door
hete kookzones.
Na het koken zijn de kookzones nog
heet.
Raak de kookzones niet aan als de
restwarmte-indicatie nog brandt.
Vermogensstand instellen –
uitgebreid aantal standen
Raak het gedeelte tussen de sensor-
toetsen aan.
In de keuze voor een kookzone ver-
schijnt achter de vermogensstand een
punt.
De sensortoetsen vóór de tussenstand
branden feller dan de overige toetsen.
Voorbeeld:
Als u vermogensstand 7. ingesteld
hebt, verschijnt in de keuze voor een
kookzone 7..
Het cijfer 7 in de cijferreeks brandt feller
dan de overige sensortoetsen.
Bediening
39