Parameters
iP07: polariteit lage druk pressostaat: ingang wordt actief bij het sluiten (iP07=cL) of openen
(iP07=oP) van de klemmen.
iP08: polariteit hoge druk pressostaat: ingang wordt actief bij het sluiten (iP08=cL) of openen
(iP08=oP) van de klemmen.
Acties
Lage druk: Elke keer de ingang geactiveerd wordt worden alle compressors uitgeschakeld. De
regelaar herstart de standaard regeling als de ingang terug gedeactiveerd is. Indien er PEn
aantal activaties zijn in een periode PEi, kan u enkel manueel herstarten door de DOWN toets
3s ingedrukt te houden of het toestel te herstarten.
Hoge druk: : Elke keer de ingang geactiveerd wordt worden alle compressors uitgeschakeld en
de ventilatoren ingeschakeld. Indien er PnF aantal activaties zijn in een periode PiF, kan u
enkel manueel herstarten door de DOWN toets 3s ingedrukt te houden of het toestel te
herstarten.
22.1.5 EA1÷EA6: Compressors and fans safeties alarm.
Klemmen
WAARSCHUWING: Spanningsloze ingangen.
Het aantal gebruikte ingangen (13 tot 18) is afhankelijk van het aantal gebruikte uitgangen. De
beveiligingen van de compressors en ventilators worden verbonden met deze ingangen.
Wanneer één van de beveiligingen geactiveerd wordt (bv oliedrukpressostaat, kriwan, HD/LD,
etc,) wordt de corresponderende uitgang uitgeschakeld.
Parameters
iP01, iP02, iP03, iP04: Bepaald indien de ingangen geactiveerd worden bij het sluiten (cL) of
openen (oP) van de klemmen.
Acties
Wanneer een ingang geactiveerd wordt zal de corresponderende uitgang uitgeschakeld
worden.
Herstel
Afhankelijk van de ALMr parameter:
Met ALMr = no De regelaar herstart de standaard regeling wanneer de ingang terug
gedeactiveerd wordt.
Met ALMr = yES manueel herstart van de compressor en ventilator alarmen. Druk de DOWN
toets in voor 3s.
22.1.6 P1, P2; P3,P4: alarm sonde defect
Actief wanneer sonde P1, P2, P3 of P4 defect is.
In geval van P1 error, aantal geactiveerde stappen hangt af van de SPr parameter
In geval van P2 error, aantal geactiveerde ventilators hangt af van de FPr parameter
Als de P3 sonde gebruikt wordt voor dynamisch setpunt
De functie wordt uitgeschakeld en enkel het standaard setpunt wordt gebruikt.
Herstel
Automatisch zodra de sonde herstelt is.
XC660D NL r3.2013.docx
XC660D
39/48