Hoge druk (temperatuur) alarmgrens – compressor sectie: De meeteenheid is
HAL:
afhankelijk van de parameter dEU: (LAL ÷ PA20 bar; LAL÷150.0 °C; LAL÷PA20 PSI;
LAL÷302 °F). Het is onafhankelijk van het setpunt. Indien de waarde LAL bereikt wordt
is het alarm A03C actief, (na het vertragingsinterval tAo).
tAo:
Lage en hoge druk (temperatuur) alarmvertraging– compressor sectie: (0÷255
min) tijdsinterval tussen het detecteren van een druk (temperatuur) alarm conditie en
het alarmsignaal.
ELP
Grenswaarde elektronische pressostaat: (-50°C÷STC1; -58°F÷STC1; PA04÷STC1);
Druk / temperatuurwaarde waarbij alle compressors uitgeschakeld worden. Dit moet
ingesteld worden enkele graden boven de lage drukgrens van de mechanische
pressostaat, om te voorkomen dat de mechanische pressostaat geactiveerd wordt.
2LAL: Lage druk (temperatuur) alarmgrens – compressor sectie circuit 2: De
meeteenheid is afhankelijk van de parameter dEU: (3P04 ÷ 2HAL bar; -50.0÷2HAL °C;
3P04÷2HAL PSI; -58÷2HAL °F Het is onafhankelijk van het setpunt STC2. Indien de
waarde 2LAL bereikt wordt is het alarm C2LA actief, (na het vertragingsinterval 2tAo).
2HAL: Hoge druk (temperatuur) alarmgrens – compressor sectie circuit 2: De
meeteenheid is afhankelijk van de parameter dEU: (2LAL ÷ 3P20 bar; 2LAL÷150.0 °C;
2LAL÷3P20 PSI; LAL÷302 °F). Het is onafhankelijk van het setpunt STC2. Indien de
waarde 2HAL bereikt wordt is het alarm C2HA actief, (na het vertragingsinterval 2tAo).
2tAo:
Lage en hoge druk (temperatuur) alarmvertraging– compressor sectie circuit 2:
(0÷255 min) tijdsinterval tussen het detecteren van een druk (temperatuur) alarm
conditie en het alarmsignaal.
2ELP Grenswaarde
50°C÷STC1; -58°F÷STC1; PA04÷STC1); Druk / temperatuurwaarde waarbij alle
compressors uitgeschakeld worden. Dit moet ingesteld worden enkele graden boven de
lage drukgrens van de mechanische pressostaat, om te voorkomen dat de
mechanische pressostaat geactiveerd wordt.
SEr:
Onderhoudsalarm:
onderhoudsaanvraag is gegenereerd.
PEn:
Aantal schakelingen LD pressostaat: (0÷15). Als de LD pressostaat Pen keer in een
tijd PEI geactiveerd wordt blijven alle compressoren uit en dient de regelaar manueel
gereset worden (spanning uit/aan zetten). Telkens de LD pressostaat actief is,
worden alle compressoren uitgeschakeld.
PEI:
Groeperingstijd voor LD pressostaat: (0÷15 min) Interval, verbonden met de Pen
parameter, gebruikt om het aantal drukschakelingen te meten.
SPr:
Aantal uitgangen actief bij defecte sonde. (0÷6).
2PEn: Aantal schakelingen LD pressostaat circuit 2: (0÷15). Als de LD pressostaat 2Pen
keer in een tijd 2PEI geactiveerd wordt blijven alle compressoren uit en dient de
regelaar manueel gereset worden (spanning uit/aan zetten). Telkens de LD
pressostaat actief is, worden alle compressoren uitgeschakeld.
2PEI: Groeperingstijd voor LD pressostaat circuit 2: (0÷15 min) Interval, verbonden met
de 2Pen parameter, gebruikt om het aantal drukschakelingen te meten.
2SPr: Aantal uitgangen actief bij defecte sonde bij zuigzijde 2. (0÷6).
Gebruikte capaciteit bij defecte sonde: (0÷100%) it's used only if CtyP=dPo.
PoPr
17.9 Alarmen – ventilatoren sectie
Lage druk alarmgrens – ventilatoren:
LAF:
parameter dEU: (FA04 ÷ HAF bar; -50.0÷HAF °C; FA04÷HAF PSI; -58÷HAF °F) Het is
onafhankelijk van het setpunt. Indien de waarde LAF bereikt wordt is het alarm LA2
actief, (na het vertragingsinterval AFd).
Hoge druk alarmgrens – ventilatoren:
HAF:
parameter dEU: (LAF÷FA20 bar; LAF÷150.0 °C; LAF÷FA20 PSI; LAF÷302 °F). Het is
onafhankelijk van het setpunt. Indien de waarde HAF bereikt wordt is het alarm HA2
actief, (na het vertragingsinterval AFd).
XC660D NL r3.2013.docx
elektronische
pressostaat
(1÷9990
uren,
XC660D
compressor
res.
10h)
aantal
De meeteenheid is afhankelijk van de
De meeteenheid is afhankelijk van de
sectie
circuit
2:
draaiuren
na
"A14"
29/48
(-