Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 1.30.3 - Externe Afstelling; Menu 1.30.8 - Puntverschuiving - Nibe S1155 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor S1155:
Inhoudsopgave

Advertenties

TIP
Als de ruimtetemperatuur steeds te laag/hoog is,
verhoogt/verlaagt u de verschuiving van de
stooklijn met één stap.
Als de ruimtetemperatuur verandert wanneer de
buitentemperatuur verandert, verhoogt/verlaagt
u de helling met één stap.
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te
stabiliseren.

MENU 1.30.3 - EXTERNE AFSTELLING

Externe afstelling
Instelbereik: -10 – 10
Instelbereik (met ruimtesensor geïnstalleerd): 5 – 30 °C
Door een externe schakelaar aan te sluiten, bijvoorbeeld een
kamerthermostaat of een timer, kan de kamertemperatuur
tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Als de
schakelaar aan staat, wordt de verschuiving van de stooklijn
gewijzigd met het aantal stappen dat in het menu is geselec-
teerd. Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geacti-
veerd, is de gewenste kamertemperatuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één zone is, kan de instelling afzonderlijk
worden verricht voor iedere zone.
MENU 1.30.4 - LAAGSTE A-TEMP. VERW.
Verwarming
Instelbereik: 5 – 80 °C
Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertemperatuur
naar het afgiftesysteem in. Dit betekent dat de S1155 nooit
een temperatuur berekent die lager is dan de hier ingestelde
temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling af-
zonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
MENU 1.30.6 - HOOGSTE AANVOERTEMP.
Afgiftesysteem
Instelbereik: 5 – 80 °C
Hier stelt u de hoogste aanvoertemperatuur in voor het kli-
maatsysteem. Dit betekent dat S1155 nooit een hogere
temperatuur berekent dan de hier ingestelde temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling af-
zonderlijk worden verricht voor ieder systeem. Klimaatsys-
temen 2 – 8 kunnen niet worden ingesteld op een hogere
max. aanvoertemperatuur dan klimaatsysteem 1.
NIBE S1155
Voorzichtig!
Met vloerverwarmingsystemen moet de "Maximale
aanvoertemperatuur voor verwarming" normaliter
worden ingesteld tussen 35 en 45°C.
MENU 1.30.7 - EIGEN STOOKLIJN
Eigen stooklijn, warmte
Aanvoertemp.
Instelbereik: 5 – 80 °C
Voorzichtig!
Curve 0 moet worden geselecteerd om eigen
stooklijn toe te passen.
Hier kunt u, als er speciale eisen zijn, uw eigen stooklijn
creëren door de gewenste aanvoertemperaturen in te stellen
voor verschillende buitentemperaturen.

MENU 1.30.8 - PUNTVERSCHUIVING

Punt buitentemp.
Instelbereik: -40 – 30 °C
Wijziging in stooklijn
Instelbereik: -10 – 10 °C
Selecteer hier een wijziging in de stooklijn bij een bepaalde
buitentemperatuur. Eén stap is normaal voldoende om de
kamertemperatuur met één graad te veranderen, maar in
sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig zijn.
De stooklijn wordt beïnvloed bij ± 5 °C ten opzichte van het
ingestelde punt buitentemperatuur.
Het is belangrijk dat de juiste stooklijn wordt geselecteerd,
zodat de kamertemperatuur als constant wordt ervaren.
TIP
Als het koud voelt in huis bij bijv. -2°C, wordt het
"punt buitentemperatuur" ingesteld op "-2" en
"wijziging in stooklijn" wordt verhoogd totdat de
gewenste kamertemperatuur gehandhaafd blijft.
Voorzichtig!
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te
stabiliseren.
Hoofdstuk 9 | Regeling - Menu's
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave