De stooklijn instellen
In het menu "Stooklijn" ziet u de stooklijn voor uw huis. De
lijn is bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een
gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en daarmee ook
voor een energiezuinige werking. Aan de hand van deze
curve bepaalt de S1155 de temperatuur van het water naar
het klimaatsysteem (de aanvoertemperatuur) en dus de
binnentemperatuur.
HELLING VAN DE STOOKLIJN
De helling van de verwarmingscurve bepaalt hoeveel graden
de aanvoertemperatuur moet worden verhoogd/verlaagd
wanneer de buitentemperatuur daalt/stijgt. Hoe steiler de
helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur bij een bepaalde
buitentemperatuur.
Hoe lager de stooklijn, hoe energie-efficiënter het proces,
hoewel een overmatig lage stooklijn leidt tot minder comfort.
Aanvoertemperatuur
Framledningstempereratur
(°C)
80
70
Steilere helling stooklijn
60
50
40
30
20
20
10
0
De optimale helling hangt af van de klimaatomstandigheden
en de laagst gedimensioneerde buitentemperatuur (DOT)
van uw locatie, of de woning over radiatoren, ventilatorcon-
vectoren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de wo-
ning is geïsoleerd.
Voor huizen met radiatoren of ventilatiespiraal is een hogere
stooklijn (bijv. lijn 9) gebruikelijk, voor huizen met vloerver-
warming is een lagere stooklijn (bijv. lijn 5) gebruikelijk.
De stooklijn voor verwarming wordt ingesteld tijdens de in-
stallatie van de verwarmingsinstallatie, maar moet later
misschien worden aangepast. Normaal gesproken hoeft de
stooklijn niet verder te worden afgesteld.
VERSCHUIVING STOOKLIJN
Een verschuiving van de stooklijn betekent dat de aanvoer-
temperatuur evenveel verandert voor alle buitentemperatu-
ren. Een verschuiving van de stooklijn met +2 stappen ver-
hoogt bijvoorbeeld de aanvoertemperatuur met 5 °C bij alle
buitentemperaturen.
30
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
-10
-20
-30
-40
Buitentemperatuur
Utetemperatur
(°C)
Aanvoertemperatuur
Framledningstempereratur
(°C)
80
70
Verschuiving stooklijn
60
50
40
30
20
20
10
0
AANVOERTEMPERATUUR – MAXIMUM- EN
MINIMUMWAARDEN
Aangezien de aanvoertemperatuur niet hoger kan zijn dan
de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestelde min.
waarde, vlakken de lijnen af bij deze temperaturen.
Aanvoertemperatuur
Framledningstempereratur
(°C)
80
70
Maximale waarde
60
50
40
30
20
20
10
0
Voorzichtig!
Met vloerverwarmingssystemen wordt de maxima-
le aanvoertemperatuur normaliter ingesteld tussen
35 en 45 °C.
Voorzichtig!
"Min. aanvoertemp. koeling" moet worden beperkt
bij vloerkoeling om condensatie te voorkomen.
-10
-20
-30
-40
Buitentemperatuur
Utetemperatur
(°C)
Minimale waarde
-10
-20
-30
-40
Buitentemperatuur
Utetemperatur
(°C)
NIBE S1155