16
Sneltoetsen
De computer gebruikt sneltoetsen of toetsencombinaties om toegang
te krijgen tot de meeste regelaars van de computer, zoals het
aanpassen van de helderheid van het scherm, of volume.
Om de sneltoetsen te activeren, drukt u op de Fn toets en houdt u
deze ingedrukt, voordat u een andere toets van de combinatie indrukt.
Indica
Sneltoets
tor
Fn-F1
Fn-F2
Fn-F3
Fn-F4
Functie
Sneltoets help
Systeem-
eigenschappen
Stroom opties
Slaap
1 Uw TravelMate leren kennen
Beschrijving
Toont hulp over de
sneltoetsen.
Geeft de
Systeemeigenschappen
weer.
Geeft de Stroom opties
eigenschappen, gebruikt
door de computer weer
(functie beschikbaar indien
ondersteunt door
besturingssysteem).
Zie "Energiebeheer" op
pagina 27.
Plaatst de computer in de
slaapstand.
Zie "Energiebeheer" op
pagina 27.