5. VEILIGHEID
5.1. ONGEWENSTE NEVENEFFECTEN
Misbruik van chirurgische motoren (fout in de selectie of afstemming van de vooraf gedefinieerde chirurgische volgorde, rotatiesnelheid
of richting, voorselectie van operationele limieten) kan leiden tot letsel bij de patiënt.
5.2. WAARSCHUWINGSSYMBOOL
E
Waarschuwingssymbool
Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen, verdeelt dit document de veiligheidsinstructies in 3 gevarenniveaus.
Wijst op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot schade aan eigendommen of licht tot matig letsel.
Wijst op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot ernstig letsel / de dood.
Wijst op het hoogste gevaar dat wordt veroorzaakt door een situatie die kan leiden tot onmiddellijk ernstig letsel / de dood.
5.3. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
5.3.1 - Externe interferentie
Het apparaat is gecertificeerd volgens de geldende normen voor elektromagnetische compatibiliteit.
De gebruiker moet er niettemin voor zorgen dat geen enkele elektromagnetische storing een extra risico vormt.
Om de werking van de elektromagnetische apparaten niet te verstoren, wordt aanbevolen de scheidingsafstanden van de apparaten te
respecteren (paragraaf "19. Elektromagnetische compatibiliteit").
Het apparaat is niet ontworpen om schokken van elektrische defibrillators te weerstaan.
5.3.2 - Elektrische aansluiting
EKTRISCHE SCHOK / ELEKTROCUTIE
Niet-conforme elektrische verbinding
Controleer absoluut of de voedingsspanning identiek is aan die vermeld op de bedieningskast.
Controleer de stroomkabel voor elk gebruik.
Nooit met natte handen een stekker uit een stopcontact trekken of verwijderen.
Om het risico van een elektrische schok te voorkomen, mag dit apparaat alleen worden aangesloten op een voedingsnetwerk dat is uit-
gerust met een beschermende aarding.
124