4
Vermijd het gebruik van de pomp als de irrigatielijn verstopt of afgesloten is door een klem.
Plaats de vloeistof die moet worden gepompt altijd boven de pomp om een optimale werking te garanderen.
Houd de rollen van de kop van de pomp en alle bewegende onderdelen altijd schoon en vrij van verontreinigingen en vuil.
Open de kap niet terwijl de pomp draait
Raak geen draaiende onderdelen aan met de vingers als de pomp in werking is.
7.6. IRRIGATIECLIPS PLAATSEN
Plaats de irrigatieklemmen met regelmatige intervallen op de kabel van de micromotor
(tussen 15-20cm).
Plaats de irrigatielijn langs de kabel van de micromotor door deze in de klemmen te steken.
8. INBEDRIJFSTELLING
8.1. ONDER SPANNING ZETTEN
Zet de hoofdschakelaar in de I-positie
* De code Er02002 bij opstarten wijst op een afwijking betreffende datum en tijdstip. Datum en tijdstip worden automatisch gesynchroniseerd met de mobiele
applicatie zodra u verbonden bent.
8.2. AANSLUITING VAN HET DRAADLOZE PEDAAL
8.2.1 - Bij eerste gebruik
Bij het opstarten van het toestel betekent de weergave van het pictogram
Druk op de pedaal om deze te activeren.
→
Zodra het pictogram verschijnt,
→
Als het pictogramblijft
8.2.2 - Bij dagelijks gebruik :
Bij het opstarten van de motor gaat dit pictogram
Als het pictogram blijft staan nadat de motor is opgestart, drukt u op de pedaal om deze te activeren.
→
Zodra het pictogramverschijnt,
→
Als het pictogram
130
5
is het pedaal klaar voor gebruik.
staan, gaat u over tot het koppelen van het pedaal aan de motor (zie paragraaf 8.2.3).
na enkele seconden uit en gaat deze weer aan.
is het pedaal klaar voor gebruik.
blijft staan, gaat u over tot het koppelen van het pedaal aan de motor (zie paragraaf 8.2.3).
Bij het opstarten lichten alle pictogrammen op het scherm op en geeft het
apparaat een piep.
dat het pedaal in stand-by staat.
6