GEVAAR
GEVAAR
AANWIJZING
U vindt gegevens over toegestane aslas
ten en gewichten in uw registratiepapieren
(kentekenbewijs).
48
7. Pomptankwagen gebruiken
7.1. Veiligheid
Neem vóór iedere toepassing in acht alle veiligheidsinstructies uit hoofdstuk "2. Vei
ligheid", pagina 10 ff. Bovendien moeten vóór iedere toepassing de aanwijzingen
uit hoofdstuk "6.2.1. Voorbereidingen op de inbedrijfstelling", pagina 44 en "6.2.2.
Inbedrijfstelling algemeen", pagina 46 in acht worden genomen en gerealiseerd.
GIFTIGE GASSEN, EXPLOSIEGEVAAR
De gassen die ontstaan bij het weghalen en roeren van gier, zijn zeer giftig
en explosief in combinatie met zuurstof.
Ernstig letsel, dood
Open vuur, lichttest, vonkvorming, lassen en roken zijn verboden bij het
X
werken met gier.
Pas vanwege gasvorming speciaal op bij bevloeiing door onderwater
X
zetting en afwisselende bevloeiing bij geopende schuiven naar de
mengtank, de hoofdtank of dwarskanalen.
Pas speciaal op bij roer of pompinstallaties, bij ontmestingsinstallaties
X
voor gier en bij soortgelijke installaties zoals gier en fecaliëntanks.
Bij werkzaamheden met gier altijd letten op voldoende ventilatie van
X
de werkplek!
GEVAREN VANUIT VERANDERDE RIJ-EIGENSCHAPPEN
De pomptankwagen bezit rij-eigenschappen die afhankelijk zijn van de bedrijfs-
toestand (bv. aanbouwapparaten), van de vulling en van milieu-invloeden
(bv. ondergrond, terrein, weer, enz.). Als de chauffeur geen rekening houdt
met gewijzigde rij-eigenschappen, kan hij ongevallen veroorzaken.
Ernstig letsel, dood
Vermijd bij schuin rijden t.o.v. de helling om plotseling bochten te maken.
X
Het gevaar voor kantelen van de pomptankwagen is met tankvulling
X
duidelijk hoger dan met een lege tank! Door de voor vloeistof typische
klotsbewegingen (zelfs bij stroperige gier) moet daarom uiterst voorzichtig
op hellingen worden gereden. Let er bij het rijden op hellingen op dat de
rijrichting van het span van pomptankwagen en trekmachine altijd dwars
op de schuinte van de helling loopt!
De toegestane aslasten en totale gewichten in acht nemen.
X
Rijgedrag aanpassen aan de bedrijfstoestand van het voertuig.
X
Op voldoende stuur en remvermogen letten.
X
Snelheid aan de milieuinvloeden aanpassen.
X
Veiligheid
Pomptankwagen gebruiken