Voor de uitrusting specifieke veiligheidsinstructies
2.2.11. Gevarenzones
De volgende afbeelding toont gearceerde gevarenzones bij het voertuig,
die hieronder worden omschreven. In de gevarenzones bestaan de volgende
wezenlijke gevaren:
Ernstig letsel, dood
• Het span van trekmachine en pomptankwagen kan zich in beweging zetten
of wegrollen en personen overrijden.
• Door de krachthendel onbedoeld te gebruiken kunnen gevaarlijke
bewegingen van de span worden geactiveerd.
• Defecte of niet veilig bevestigde hydraulische of pneumatische leidingen
kunnen losraken en rondslingeren. Hydraulische olie kan onder hoge druk
naar buiten komen en ernstig huid- of gezichtsletsel veroorzaken.
• Een open liggende aftakas of een beschadigde of foutief gemonteerde
koppelingsas kan kleding grijpen en naar binnen trekken.
• Als een motor ingeschakeld is, kunnen montageonderdelen van de
pomptankwagen draaien of zwenken. Hydraulisch opgetilde montage-
onderdelen kunnen ongemerkt en langzaam dalen.
Personen uit de gevarenzone van de span houden.
X
Het is op het hele span verboden om personen mee te nemen!
X
Aandrijvingen en motor uitsluitend inschakelen als er geen personen in
X
de gevarenzone zijn.
Vóór alle werkzaamheden vóór en achter de pomptankwagen en in de
X
gevarenzone van de montageonderdelen: Pomptankwagen veilig wegzetten
(zie volgende hoofdstuk "2.2.6. Pomptankwagen veilig wegzetten") Dit geldt
ook voor kortstondige controlewerkzaamheden. Veel ernstige ongevallen
vóór en achter de pomptankwagen gebeuren door onachtzaamheid en
lopende aandrijvingen.
Veiligheid
AfBEELDinG
3 Gevarenzones
S
GEVAAR
19