1
Foto's nemen met
Standaardbediening
automatische instellingen
Stel de klok in voordat u gaat fotograferen (blz. 19).
Ontspanknop
Statusindicator
Automatisch scènes
Herkent 'i PORTRET'
Volgt gezicht voor scherpe, duidelijke beelden.
Herkent 'i LANDSCHAP'
Maakt scherpe foto's van
landschappen (dichtbij en veraf).
Herkent 'i MACRO'
Beoordeelt de afstand om scherpe foto's te
maken van dichtbij gelegen onderwerpen.
Herkent 'i NACHTPORTRET'
Maakt heldere, natuurlijke foto's van
mensen en nachtlandschappen.
(Alleen met
)
Herkent 'i NACHTL.SCHAP'
Legt met een lange sluitertijd natuurlijke
kleuren vast. (Alleen met
)
Herkent beweging
Beoordeelt de beweging van het
onderwerp (om onscherpe foto's te
voorkomen) als de scène niet met een
van de bovenstaande overeenkomt.
Scherpstelgebied → (blz. 41).
Naast het automatische onderscheid van scènes worden automatisch 'SLIMME ISO
'I.CONTRAST', 'STABILISATIE' en 'CONTINU AF' gebruikt.
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus INTELLIGENT AUTO.
•
Menu OPNAME: 'FOTO RES. ', 'ASPECTRATIO', 'BURSTFUNCTIE', 'KLEURFUNCTIE ' en 'STABILISATIE '
•
Menu SET-UP: 'KLOKINST.', 'WERELDTIJD', 'REISDATUM', 'TOON ' en 'TAAL'
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
28
VQT1Q03
1
Schakel de camera in
De statusindicator licht
ongeveer 1 seconde op.
2
Stel in op
3
Stel in op
(Modus INTELLIGENT
AUTO)
4
Maak een foto
Half indrukken
(Stel scherp)
U ziet gedurende 2 seconden het blauwe
pictogram van de herkende scène.
• Als u de camera ergens
Volledig
op richt, wordt de scène
indrukken
beoordeeld en worden
automatisch de beste
instellingen gekozen.
U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden de beste
instellingen gebruikt op basis van informatie zoals 'gezicht', 'beweging', 'helderheid' en
'afstand'. Zo maakt u scherpe foto's zonder de camera handmatig in te stellen.
Compensatie achtergrondlicht (backlight)
(zorgt bij tegenlicht voor helderder onderwerp)
Wordt weergegeven wanneer de compensatie is ingeschakeld.
Flitser gebruiken
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende omstandigheden.
• Gezichtscontrast, kenmerken van onderwerp
(grootte, afstand, kleur, beweging),
zoomfactor, zonsondergang, zonsopgang,
geringe helderheid, trillende camera.
Als het gewenste scènetype niet wordt
geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
bijbehorende opnamemodus selecteren.
(SCÈNE MODE: blz. 44)
Bij 'i NACHTL.SCHAP' en
'i NACHTPORTRET' raden we u aan statief en zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
seconden met 'i NACHTL.SCHAP'. Beweeg de camera niet.
De instellingen voor de volgende functies staan vast.
• AUTO REVIEW: 2 SEC. • BATT. BESP.: 5 MIN. • RICHTLIJNEN:
• WITBALANS: AWB • KWALITEIT:
• AF ASS. LAMP: ON • MEETFUNCTIE:
Alleen 0,3 M
1
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
'HISTOGRAM', 'BELICHTING', 'AUTO BRACKET', 'WB INSTELLEN', 'DIG. ZOOM',
'KORTE SLUITERT.', 'AUDIO OPNAME'
De camera vasthouden
• Blokkeer nooit de flitser of de lamp. Kijk niet van
dichtbij in de flitser of de lamp.
• Raak de lens niet aan.
',
• Houd uw armen strak tegen uw lichaam en zet uw
benen iets uit elkaar.
• Zorg dat de microfoon niet is geblokkeerd als u geluid opneemt.
• De camera verticaal vasthouden (→blz. 31)
• Belichtingscompensatie uitschakelen
→ druk opnieuw op ▲.
Selecteer
(Auto) of
(flits gedwongen uit).
Bij gebruik van
wordt automatisch geschakeld tussen
(Auto) /
(Auto/Rode-ogenreductie) /
sync./Rode-ogenreductie). Zie blz. 38 voor meer informatie.
Er wordt bij
en
een tweede maal geflitst voor rode-
ogenreductie.
Bijv. bij te groot gezicht – 'i PORTRET' wordt
'i MACRO'
(Fijn)
• AF MODE:
1
(Multiple)
(standaard)
(9 punten) als gezicht niet kan worden herkend
2
(Lngz.
(Gezichtsdetectie)
2
Microfoon
(bovenkant)
Flitser Lampje
29
VQT1Q03