19
|
Elektrische installatie
19 Elektrische installatie
In dit hoofdstuk
19.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading
19.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
102
VOORZICHTIG
Zie
"3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
of deze installatie aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet.
19.1
19.1.1
19.1.2
Over elektrische bedrading.................................................................................................................................... 104
19.1.3
19.1.4
19.1.5
19.1.6
19.2
19.3
Externe outputs aansluiten .................................................................................................................................................... 110
19.4
19.5
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende stappen:
1
Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische specificaties
van de units.
2
De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit.
3
De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit.
4
De hoofdvoeding aansluiten.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Het
toestel
bedradingsvoorschriften.
WAARSCHUWING
▪
Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET
voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften.
▪
Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading.
▪
Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
MOET
worden
geïnstalleerd
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
4
installateur" [
13] om te controleren
conform
de
ERA200~300AMYFB
4P780154-1 - 2024.09
nationale