Inhoudsopgave
Advertenties
Bereik: Dosering
Bereik: Drempelwaarde voor alarm
Niveau "Besturing" bij de ingangs‐
grootheid: Debiet
Niveau "Besturing" bij de ingangs‐
grootheid: Volume
Niveau "Kalibratie"
Lijst van aan de parameter toegewezen kengetallen:
FO1: Uitgangsnummer
n
▼: Doseerrichting
n
PFM: Bedrijfsmodus van het systeem
n
P.I.D: Modus voor het berekenen van de dosering
n
Toets Setpoint: Voor het wijzigen van het setpoint van de para‐
meter.
Toets Max. tijd: Voor het wijzigen van de maximale doseertijd.
Lijst met waarden voor de drempelwaarde voor alarm:
Toets: Bovenste drempelwaarde, voor het wijzigen van de
n
bovenste drempelwaarde.
Toets: Onderste drempelwaarde, voor het wijzigen van de
n
onderste drempelwaarde.
Dosering stoppen: Biedt u de mogelijkheid te kiezen, of de
n
dosering bij het overschrijden van de betreffende drempel‐
waarde moet worden gestopt. Hier wordt de functie geacti‐
veerd.
Het vakje met het vinkje
wanneer de drempelwaarde voor alarm actief is.
Lijst van controledrempelwaarden:
Toets: Onderste drempelwaarde, voor het wijzigen van de
n
onderste drempelwaarde voor alarm.
Toets: Bovenste drempelwaarde, voor het wijzigen van de
n
bovenste drempelwaarde voor alarm.
Toets: Drempelwaarde doseerstop, voor het wijzigen van de
n
onderste drempelwaarde voor een doseerstop.
Lijst van controledrempelwaarden
Toets: Drempelwaarde doseerstop, voor het wijzigen van de
n
onderste drempelwaarde voor een doseerstop.
Lijst met verschillende kalibratieparameters, die zijn gerelateerd
aan de invoer.
Offset: Geeft aan dat de offsetwaarde is ingesteld.
n
Helling: Geeft aan op welk percentage de steilheid is ingesteld.
n
Kalibratieknop: Voor het wijzigen van de kalibratiewaarde.
n
Afwijking (op basis van het voorbeeld pH-waarde):
Weergave van de toestand van de kalibratie van de sensor-
n
offset.
Hoe verder de statusbalk rood kleurt, des te meer wordt de
n
kalibratiegrens benadert. Deze informatie kan een teken zijn
van het verouderen van de sensor.
De offset wordt uitgedrukt in de eenheid van de fysieke senso‐
n
ringang. De min.- en max.-waarden verschillen per sensor.
Bedieningsconcept en bediening
„Dosering stoppen" is alleen zichtbaar,
33
Advertenties
Inhoudsopgave
