Bedieningsconcept en bediening
Staafdiagram
3
Afb. 12: Relaisuitgang in doseer‐
modus
16
Informatie over de communicatie
Afb. 10: Informatie over de uitgangen
1
Afb. 11: Weergave van de uitgangen
1
Relaisuitgang niet gebruikt
2
Relaisuitgang in doseermodus*
3
Relaisuitgang aan de timer
4
Relaisuitgang bij alarm
5
Relaisuitgang niveaumelding
6
Relaisuitgang op watercirculatie
7
Relaisuitgang op contact
8
Relaisuitgang bij debiet
9
Relaisuitgang aan de AAN/UIT-regelaar of parameter
10 4 ... 20mA-uitgang niet gebruikt
11 4 ... 20mA-uitgang in doseermodus*
12 4 ... 20mA-uitgang in overdrachtsmodus
*: De symbolen worden geanimeerd weergegeven, wanneer de
doseermodus actief is.
De draaiing van het doseersymbool is afhankelijk van de doseerca‐
paciteit.
De visuele toestand van het relais wordt weergegeven als
gesloten, wanneer het relais actief is.
Het staafdiagram (2) binnen een betreffend symbool visualiseert bij
benadering de capaciteit van het element.
1
Weergave van de positie
1
2
Staafdiagram voor de weergave van de doseercapaciteit van
het relais
2
3
Rotatie in overeenstemming met de doseercapaciteit
A3027
2
3
4
5
6
7
A3025
8
9
10
11
12
A3026