All manuals and user guides at all-guides.com
OBJ_DOKU-27449-001.fm Page 71 Monday, July 18, 2011 7:36 AM
Na het kiezen van de meetfunctie en het referentievlak vinden alle overige stap-
pen plaats door het indrukken van de toets Meten 12.
Plaats het meetgereedschap met het gekozen referentievlak tegen de gewenste
meetlijn (bijvoorbeeld tegen de muur).
Duw voor het inschakelen van de laserstraal op de toets Meten 12.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de laser-
straal, ook niet vanaf een grote afstand.
Richt de laserstraal op het doeloppervlak. Druk opnieuw op de toets Meten 12
om de meting te starten.
In de functie Duurmeting begint de meting reeds na de eerste keer drukken op de
toets Meten 12.
De meetwaarde verschijnt meestal binnen 0,5 seconden en uiterlijk na
4 seconden. De duur van de meting is afhankelijk van de afstand, de lichtomstan-
digheden en de weerspiegelingseigenschappen van het doeloppervlak. Het ein-
de van de meting wordt aangegeven door een geluidssignaal. Na beëindiging van
de meting wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld.
Als ca. 20 seconden na het richten geen meting plaatsvindt, wordt de laserstraal
automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
Referentievlak kiezen (zie afbeeldingen A–C)
Voor de meting kunt u kiezen uit drie verschillende referentievlakken:
– de achterkant van het meetgereedschap (bijvoorbeeld als het tegen een muur
wordt geplaatst),
– de achterkant van de aanslagstift 14 (bijvoorbeeld voor metingen uit hoe-
ken),
– de voorkant van het meetgereedschap (bijvoorbeeld bij het meten vanaf de
rand van een tafel).
Druk voor het wisselen van het referentievlak op de toets 9 tot in het display het
gewenste referentievlak wordt weergegeven. Na het inschakelen van het meet-
gereedschap is altijd de achterkant van het meetgereedschap als referentievlak
vooraf ingesteld.
Meetfuncties
Lengtemeting
Druk voor lengtemetingen op de knop 1. In het display wordt de indicatie voor
lengtemeting
weergegeven.
Druk eenmaal op de toets Meten 12 om de laserstraal
te richten en druk opnieuw om te meten.
De meetwaarde wordt onder in het display weergege-
ven.
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen op de toets 3 tot in het display de indicatie voor
oppervlaktemeting
verschijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar, net als bij een lengtemeting. Tus-
sen de beide metingen blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede meting wordt de opper-
vlakte automatisch berekend en weergegeven. De
laatste afzonderlijke meetwaarde staat onder in het
display, het eindresultaat boven.
Bosch Power Tools
Nederlands | 71
2 609 140 621 | (18.7.11)