6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Sensor-TAG
Stoorsignaalonderdruk-
king
32
Voer de gewenste parameters via de betreffende toetsen in, sla uw
invoer op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt.
In dit menupunt kan aan de sensor een eenduidige naam worden
gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In
digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties
moet voor een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een
eenduidige naam worden ingevoerd.
Sensor-TAG
Sensor
Met dit menupunt is de basisinstelling afgerond en u kunt nu met de
[ESC]-toets terugkeren naar het hoofdmenu.
Hoge sokken of ingebouwde onderdelen zoals versterkingen of
roerwerken, en aanhechtingen of lasnaden in de tankwanden ver-
oorzaken storende reflecties, die de meting beïnvloeden. Een beïn-
vloeden registreert, markeert en bewaart deze stoorsignalen zodat
deze voor de niveaumeting worden genegeerd. Dit moet bij een laag
niveau worden uitgevoerd, zodat alle eventueel aanwezige stoorref-
lecties kunnen worden meegenomen.
Gating out of false signals
Change now?
Ga als volgt te werk:
Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door [OK]
1
in te drukken.
Het menupunt "Service" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen.
2
Nu wordt het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" weergege-
ven.
Bevestigen van "Stoorsignaalonderdrukking - nu veranderen" met
3
[OK] en het daaronder liggende menu "Nieuw aanmaken" kiezen.
De werkelijke afstand van de sensor tot aan het oppervlak van het
medium invoeren. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen
worden nu na het bevestigen met [OK] door de sensor ge-
registreerd en opgeslagen.
Opmerking:
Controleer de afstand tot het productoppervlak, omdat bij een
verkeerde (te grote) opgave het actuele niveau als stoorsignaal wordt
opgeslagen. Zo kan in dit bereik het niveau niet meer worden bepaald.
VEGASON 61 • 4 ... 20 mA/HART - tweedraads