Inhoudsopgave
Advertenties
6.2
In bedrijfstellen van het toestel
Uitlezing
1
Aan/uit
2
CV bedrijf of instellen CV temperatuur
3
Tap bedrijf of instellen tap temperatuur
4
temperatuur / storingsdisplay
5
Tap comfort functie eco
6
Tap comfort functie aan (continue)
7
Servicedisplay
Storings LED
8
9
CV water druk
Nadat de voorgaande handelingen zijn uitgevoerd, mag het toestel in bedrijf gesteld
worden.
50. Druk op de aan/uit knop, om het toestel in bedrijf te stellen.
De warmtewisselaar wordt opgewarmd en op het service display verschijnen
en/of OpenTherm regeling)
51. Stel de pompstand in afhankelijk van het ingestelde maximaal vermogen en de waterzijdige weerstand van de installatie. Voor de
opvoerhoogte van de pomp en het drukverlies van het toestel. Zie § 7.6.
52. Stel de kamerthermostaat hoger in dan de kamertemperatuur. Het toestel gaat nu op CV bedrijf:
53. Stook de installatie en het toestel op tot ca. 80°C.
54. Controleer het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour van het toestel en de radiatoren.
Dit moet ongeveer 20°C bedragen. Stel hiervoor het maximaal vermogen in op het service paneel. Zie Instelling maximaal vermogen.
Stel eventueel de pomp stand en of radiatorafsluiters in. De minimale doorstroom hoeveelheid bedraagt:
175 l/h bij een ingesteld vermogen van 6,1 kW
200 l/h bij een ingesteld vermogen van 7,0 kW
450 l/h bij een ingesteld vermogen van 15,6 kW
750 l/h bij een ingesteld vermogen van 26,2 kW
55. Schakel het toestel uit.
56. Ontlucht het toestel en de installatie na het afkoelen. (Zonodig bijvullen)
57. Controleer de verwarming en de warmwatervoorziening op de goede werking.
58. Instrueer de gebruiker over het vullen, ontluchten en de werking van de verwarming en de warmwatervoorziening.
Opmerkingen
Het toestel is voorzien van een elektronische branderautomaat die de brander
ontsteekt en de vlam continue bewaakt, bij iedere warmtevraag van de verwarming of
van de warmwatervoorziening.
De circulatiepomp gaat bij iedere warmtevraag voor de verwarming draaien. De pomp
heeft een nadraaitijd van 1 minuut. De nadraaitijd kan eventueel gewijzigd worden.
Zie § 7.
De pomp draait automatisch 1 maal per 24 uur gedurende 10 seconden om vastzitten
te voorkomen. De automatische inschakeling van de pomp vindt plaats op het tijdstip
van de laatste warmtevraag. Om het tijdstip te wijzigen dient de kamerthermostaat op
het gewenste tijdstip even hoger gezet te worden.
Voor de warmwatervoorziening draait de pomp niet.
ACV International
Bediening
A
Aan/uit toets
B
Tap/cv toets, voor instellen gewenste- of uitlezen actuele temperatuur
C
- toets
D
+ toets
E
Tap comfort functie uit / eco / continue aan
F
Service toets
G
Reset toets
,
en
(Afhankelijk status externe spaarschakelaar
op het service display.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
