5.5
Rookgasafvoer en luchttoevoer
In het geval van een parallel aansluiting moeten de leidingen voor
verbrandingsgassen en luchttoevoer een diameter hebben van ø 80 mm.
Een cooncentrische afvoer moet minimaal diameters hebben van ø 80/125 mm
Neem voor andere diameters contact op met ACV International.
5.5.1
Doortocht, materialen en isolatie
Leiding
Diameter
Concentrisch
80/125
Concentrisch
60/100
Luchttoevoer
ø 80 mm
Verbrandings-
ø 80 mm
gasafvoer
Isolatie
-
5.5.2
Open toestelaansluiting
VOORZICHTIG
Verzeker u ervan dat de opstellingsruimte voor de ketel
voldoet aan de geldende eisen voor toepassing van een
rookgasafvoersystem volgens B23 en B33
Bij aansluiten van het toestel op een rookgasafvoersysteem
volgens B23 of B33 geldt elektrische beschermingsklasse IP 20
5.5.3
Gesloten toestel aansluitingen.
Parallel aansluiting
32. Als de rechter luchttoevoer gebruikt wordt, moet de afsluitdop en het
onderliggende isolatie schuim naar de linker luchttoevoer verplaatst worden.
33. Monteer de pijpen voor de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer in de
toevoer en afvoer van het toestel. De ingebouwde siliconen afdichtring zorgt voor
een luchtdichte aansluiting.
Concentrische aansluiting
Met de concentrische adapterset kan de standaard parallel aansluiting gewijzigd worden
in een concentrische aansluiting.
34. Sluit de open luchttoevoeraansluiting in het toestel af met de bij de set geleverd
afsluitdop.
35. Verwijder de afdichtring rond de rookgasafvoer in het toestel.
36. Plaats de bij de set geleverd afdichtring ø 116x110 mm.
37. Plaats de adapter op de rookgas afvoer.
ACV International
Materiaal
Aluminium, Roestvaststaal of PP (T120)
Aluminium, Roestvaststaal of PP (T120)
Volgens de plaatselijke voorschriften van
brandweer en/of energiebedrijf.
Goedgekeurd materiaal met lippenring-
afdichting.
-
Spiralobuis
-
Enkelwandig aluminium
-
Verzinkt plaatstaal
-
Roestvast staal
-
Kunststof.
-
Aluminium volgens EN 1856-1 of EN
1856-2
-
Kunststof volgens EN 14471
N.B. Temperatuurklasse T120
10 mm dampdicht isolatiemateriaal, bij kans op
condensatie aan de buitenzijde, door een lage
wandtemperatuur en een hoge
ruimtetemperatuur met een hoge relatieve
vochtigheid.
19