Het toestel opbergen
Wanneer het toestel gedurende langere tijd moet worden op-
geslagen (bijv. in de winter):
MET aangesloten gasfles:
1. Zet de bedieningsknoppen op
van de gasfles.
2. Maak het toestel zorgvuldig schoon.
3. Berg het toestel buitenshuis op een goed geventileerde
plaats en buiten het bereik van kinderen op.
4. Bedek het toestel.
ZONDER aangesloten gasfles:
5. Zet de bedieningsknoppen op
van de gasfles.
6. Maak het toestel zorgvuldig schoon.
7. Het toestel kan op een droge plaats binnenshuis worden
opgeborgen (bijv. in de garage of kelder).
8. De gasfles moet buitenshuis worden opgeborgen op een
droge en goed geventileerde plaats en buiten het bereik
van kinderen!
9. Bedek het toestel.
Wanneer het toestel uit de berging wordt gehaald, moeten de
buisbranders op verontreinigingen worden gecontroleerd.
Problemen oplossen
Probleem
De vlammen rond de buisbranders
branden met een gele of oranje
kleur terwijl u gas kunt ruiken.
De vlam is laag terwijl de bedie-
ningsknop op / hoge tempera-
tuur staat of de brander kan niet
worden aangestoken.
Wanneer de ontstekingsknop wordt
ingedrukt, wordt de brander niet
aangestoken.
Het vlammenpatroon van de bran-
ders is niet homogeen of bedekt niet
de gehele lengte van de buisbrander.
/ uit en sluit het ventiel
/ uit en sluit het ventiel
Oorzaak
Controleer de buisbranders op spinnen en
insecten en andere verontreinigingen.
Controleer of er voldoende gas in de gas-
fles zit.
Controleer of de gasslang niet gebogen of
geknikt is.
Controleer of er gas stroomt door de aan-
wijzingen voor het aansteken met behulp
van lucifers op te volgen.
Controleer of de ontstekingsbatterij leeg is. Vervang de ontstekingsbatterij door een
Controleer of de elektroden en ontste-
kingskabels correct op de buisbranders
zijn aangesloten.
Controleer of de elektroden niet zijn bedekt
met barbecueresten.
Zijn de branders schoon?
VOORZICHTIG
DENK AAN SPINNEN EN INSECTEN
Wanneer het toestel moeilijk aangestoken kan worden
of de vlammen blijven zwak, controleer dan de ven-
turi's in de buisbranders en maak deze schoon.
Het is bekend dat spinnen of kleine insecten terugslag-
problemen kunnen veroorzaken doordat ze nesten in
de venturi of buisbrander bouwen en eieren leggen en
daarmee blokkades in de gasstroom veroorzaken.
Het geblokkeerde gas kan achter het bedieningspa-
neel worden ontstoken. Deze terugslag kan het toestel
beschadigen en zwaar of zelfs dodelijk letsel veroor-
zaken. Om terugslag te voorkomen en zorg te dragen
voor een goede werking, moeten buisbranders en
compleet gemonteerde venturibuis worden verwijderd
en schoongemaakt wanneer het toestel gedurende
langere tijd niet is gebruikt.
Oplossing
Maak de branders schoon zoals in het
hoofdstuk Schoonmaken en onderhoud is
beschreven.
Plaats een volle gasfles en controleer op
lekkage.
Leg de gasslang recht.
Wanneer de brander gaat branden, moet u
controleren of de ontsteking correct werkt.
Wanneer de brander niet wordt aange-
stoken, moeten de buisbranders worden
schoongemaakt zoals dat in het hoofdstuk
Schoonmaken en onderhoud is beschreven.
nieuwe.
Monteer de elektroden correct op de
buisbranders en controleer of alle ont-
stekingskabels correct zijn aangesloten.
Maak de branders schoon zoals in het
hoofdstuk Schoonmaken en onderhoud is
beschreven. Maak de punt van de elektroden
aansluitend schoon met een beetje alcohol.
Maak de branders schoon zoals in het
hoofdstuk Schoonmaken en onderhoud is
beschreven.
NEDERLANDS | 7