Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
1. Open de spankop kaken (1) door de kraag linksom te draaien (met de spankop in richting
van de bediener wijzend)
2. Plaats het bit in het midden van de spankop
3. Draai de kraag rechtsom om de spankop kaken te sluiten en het bit te vergrendelen
4. Controleer, wanneer het bit in de spankop vergrendeld is, of het bit centraal roteert. Het
bit dient soepel te roteren. Wanneer het bit niet centraal roteert, verlost u de spankop,
herpositioneert u het bit en vergrendelt u de spankop opnieuw
Werking
Rotatierichting controle
WAARSCHUWING: Verander NOOIT de draairichting terwijl het gereedschap draait.
• De rotatierichting kan met behulp van de rotatierichting schakelaar (8) veranderd worden
• Voor de rotatierichting tegen de klok, duwt u de schakelaar naar rechts
• Voor de rotatierichting met de klok mee, duw de schakelaar naar links
Let op: Wanneer de schakelaar in het midden staat is de machine vergrendeld en kan
niet ingeschakeld worden. Gebruik deze instelling als een veiligheidsvoorziening om te
voorkomen dat de boor per ongeluk wordt ingeschakeld.
Snelheidscontrole
• De machine is voorzien van twee versnellingen:
- 1e versnellingsbereik:
0-400 min
- 2e versnellingsbereik:
0-1450 min
• Gebruik de versnellingsschakelaar (5) om de versnelling in te stellen: duw hem achteruit
voor de eerste versnelling en vooruit voor de tweede versnelling
Let op: De eerste versnelling wordt gebruikt voor het indraaien van schroeven en andere
bevestigingsmiddelen met een hoge koppel. De tweede versnelling wordt gebruikt
voor boorwerkzaamheden
Boorstand selectie
• Voor normaal boren selecteert u de juiste versnelling, normaal gesproken versnelling 2,
en draait u de versnellingsschakelaar (5) zodat het schroef symbool is uitgelijnd met de
indicator op de behuizing
• Voor beton boren selecteert u de juiste versnelling, normaal gesproken versnelling 2,
en draait u de versnellingsschakelaar zodat het hamer symbool is uitgelijnd met de
indicator op de behuizing
Koppelcontrole
• De boormachine is voorzien van een koppelcontrole. Deze limiteert de koppel uitgang van
de machine om beschadiging bij de ingang van schroeven te voorkomen
• Er zijn 18 koppelstanden en twee boorstanden. Hoe lager het cijfer des te lager de koppel
• Om de koppel aan te passen plaatst u de stand selectieschakelaar (4) zodat het
symbool uitgelijnd is met de indicator op de behuizing
• Draai de koppel stelkraag (3) tot de vereiste stand uitgelijnd is met het schroefsymbool
• Controleer of de instelling van het koppel correct is door eerst op een stuk afvalmateriaal
te oefenen.
WAARSCHUWING: De boormachine kan voorzien worden van een aandrijfadapter voor
het indrijven van bouten en moeren. Met de aandrijfadapter bevestigt, gebruikt u de machine
NIET in de boorstand. Gebruik de 18 koppelstanden zodat de machine beschermd wordt tegen
overbelasting. Het gebruik van een moersleutel voor het aan- of losdraaien van de bout/moer
is aangeraden. Hierdoor kan het gereedschap de werking versnellen zonder het risico van
schade wanneer een hoog koppel vereist is aan het begin of einde van de bewerking.
Aan-en uitschakelen
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de benodigde
beschermende uitrusting vereist.
1. Om de machine te starten knijpt u de aan- /uit trekker schakelaar (15) in
Let op: Wanneer de schakelaar niet ingeknepen kan worden controleert u de stand
van de rotatierichtingsschakelaar (8). De middenpositie vergrendelt de trekker schakelaar
(zie 'rotatierichting').
2. De rotatiesnelheid wordt geregeld door de trekker schakelaar. Hoe verder de schakelaar
wordt ingeknepen des te hoger de rotatiesnelheid
3. Laat de trekker schakelaar los om de machine te stoppen
Let op: Het LED werklampje (14) brand wanneer de trekker schakelaar wordt ingeknepen, om
het werkgebied te verlichten.
Let op: De laadniveau-indicator (7) werkt telkens wanneer de aan / uit-trekker-schakelaar
wordt ingedrukt. Het aantal balken dat oplicht wanneer de knop wordt ingedrukt, geeft het
laadniveau aan; 1 balk die aangeeft dat de accu bijna leeg is, 3 balkjes die aangeeft dat de
accu volledig is opgeladen.
50
-1
-1
Schroevendraaierstand
Let op: Maak bij het werken met schroef bits gebruik van een universele bit houder. Monteer
alleen schroevendraaierbits rechtstreeks in de spankop als het van essentieel belang is om bij
een schroefkop te komen. Maak altijd gebruik van een bithouder.
• Gebruik de machine bij het indraaien van schroeven NOOIT in een boorstand. Zo
beschermt u de motor tegen doordat de koppeling slipt en de motor niet uitvalt, wanneer
de schroef volledig in het werkstuk is gedraaid
• Stel de machine te allen tijde in de benodigde koppelstand (zie: 'Koppelcontrole')
Let op: Wanneer u onzeker bent over de juiste koppelinstelling start u met een lage
koppelstand en verhoogt u deze wanneer meer koppel vereist is (v.b. wanneer de schroef niet
ver genoeg in het werkstuk gedreven wordt)
Boren in hout
WAARSCHUWING: Houtstoffen zijn mogelijk giftig en mogen niet geïnhaleerd worden.
Beuk, eik, mahonie, teakhout, kunstmatig hout en behandelingen als verf en lak zijn giftig.
Bij werkzaamheden aan een gebouw van vóór 1960 is de kans op loodhoudende verf groter.
Draag te allen tijde een geschikt stofmasker. Gebruik een ontginningssysteem of maak de
werkplaats regelmatig met een stofzuiger schoon om stofophoping te voorkomen. Stofzuig
bovendien het werkgebied nadat het werk is voltooid. De meeste stoffen zijn een brandgevaar.
Oppervlakken boven het hoofd dragen een verhoogd veiligheidsrisico voor stof.
• Selecteer de boorstand met de stelkraag (4) en de geschikte versnelling (normaal
gesproken 2e versnelling)
• Zorg ervoor dat het boor bit geschikt is voor het boren in hout en binnen de maximale
capaciteit van de machine valt (zie: 'Specificaties')
Boren van metaal:
• Selecteer de boorstand met de stelkraag (4) en de geschikte versnelling (normaal
gesproken 2e versnelling)
• Zorg ervoor dat het boor bit geschikt is voor het boren in metaal en binnen de maximale
capaciteit van de machine valt (zie: 'Specificaties')
• Voor nauwkeurige boorresultaten markeert u het te boren gat met gebruik van een hamer
en een priem
WAARSCHUWING: Tijdens het boren van metaal worden het boor bit en het werkstuk
erg heet. Raak het bit niet aan en zorg ervoor dat het niet in contact komt met brandbare
materialen.
• Maak te allen tijde gebruik van een geschikt smeermiddel of boorvloeistof en boor op een
geschikte snelheid.
• Voor efficiënt boren en een maximale gebruiksduur oefent u enkel een lichte druk op
de machine uit
• Gebruik een verzonken boor om de scherpe randen van het gat te verwijderen en zo de
kans op letsel te verminderen
Boren in metselwerk en beton
• Selecteer de boorstand met de stelkraag (4) en de geschikte versnelling (normaal
gesproken 2e versnelling)
• Gebruik enkel beton boor bits (TCT bits) bij het boren in muren, steen en beton
Oefen niet te veel druk uit. Wanneer het gat door afvalmateriaal geblokkeerd wordt,
verwijderd u het materiaal met een langzaam lopende machine. Wanneer het materiaal
verwijderd is vervolgt u het boren
Accessoires
• Een breed accessoire aanbod, waaronder boor bits, schroef bits, komborstels etc. is
verkrijgbaar bij uw Silverline handelaar.
• Reserve onderdelen zijn verkrijgbaar op toolsparesonline.com

Onderhoud

WAARSCHUWING: Ontkoppel de oplader (16) van de stroombron voordat u het
schoonmaakt of enig onderhoud uitvoert.
Algemene inspectie
• Controleer regelmatig of alle bevestigingsmiddelen nog goed vast zitten. Door vibratie
kunnen ze na enige tijd los gaan zitten.
• Inspecteer het netsnoer van het gereedschap op eventuele schade of slijtage, voorafgaand
aan elk gebruik. Reparaties dienen uitgevoerd worden bij een geautoriseerd Silverline
service center. Dit geldt eveneens voor verlengsnoeren die in combinatie met dit
gereedschap gebruikt worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave