6.4. Lade/glasplaat verwijderen en terug-
plaatsen
Om een lade (9) of een glasplaat (2/3) te verwijderen,
opent u de deur van de vriesruimte (4) volledig.
Trek de lade (9) er met beide handen uit en verwijder
de lade (9) onder een lichte hoek uit de vriesruimte.
Om de grote glasplaat (2) te kunnen verwijderen,
opent u eerst het vriesvak met klep (10).
Til de glasplaat (2/3) die u uit het apparaat wilt ha-
len, iets op en haal de plaat terwijl u hem iets schuin
houdt, uit de geleiding.
Om de glasplaat (2/3) weer terug te plaatsen, kantelt
u de plaat iets, schuift u hem dan eerst in de achterste
geleiding en legt u hem vervolgens voorzichtig in de
voorste geleiding.
Om een lade (9) terug te plaatsen, schuift u de lade (9)
iets gekanteld in het apparaat.
7. Apparaat bedienen
Meer informatie over uw product vindt u in de gebruiks-
aanwijzing.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact. De
lokale netspanning moet overeenkomen met de tech-
nische gegevens van het apparaat.
De instelling van de temperatuurregelaar zorgt voor een
automatische temperatuurregeling in de vriesruimte.
De temperatuurregelaar heeft 3 instellingen:
1
Laagste koelvermogen
(het warmst)
2
Tussenstanden
3
Hoogste koelvermogen
(het koudst)
Zet de temperatuurregelaar (1) vóór het inleggen van
verse levensmiddelen op de stand
De binnentemperaturen kunnen worden beïnvloed door
de standplaats van het apparaat, de omgevingstempe-
ratuur en frequentie waarmee de deur wordt geopend.
Houd hier bij het instellen van de temperatuurregelaar
rekening mee.
Kortstondige opslag
van bevroren produc-
ten
Middellange opslag
van bevroren produc-
ten
Langdurige opslag van
bevroren producten
3
.
Hoorbare geluiden zoals kraken, zoemen of borrelen
worden veroorzaakt door het uitzetten en krimpen van
de constructie-elementen als gevolg van temperatuurver-
anderingen en/of door het werken van de compressor en
betekenen niet dat het apparaat niet in orde is.
Controleer de temperatuur in de vriesruimte door er
een thermometer in te leggen. De ideale temperatuur
in de vriesruimte is -18 °C. Als deze temperatuur is be-
reikt, kunt u levensmiddelen in het apparaat doen en
de temperatuurregelaar (1) op de stand
en.
Na de eerste keer inschakelen heeft het apparaat on-
geveer 24 uur nodig om deze temperatuur te bereiken.
7.1. Apparaat uitschakelen
Om het apparaat uit te schakelen, draait u de tempe-
ratuurregelaar (1) voorbij stand 1 en zet u hem even op
de stand . U hoort dan een klik. Trek dan de stekker
(8) uit het stopcontact.
Wacht circa tien minuten voordat u het apparaat op-
nieuw inschakelt.
8. Reiniging en onderhoud
Informatie over reiniging, onderhoud en verzorging van
het apparaat vindt u in de gebruiksaanwijzing.
9. Afvalverwerking
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar! Gevaar voor letsel!
Ga voor het afvoeren van het apparaat als volgt te werk
om gevaren voor kinderen te voorkomen:
Demonteer de deur van de vriesruimte en de deuraf-
dichting of plak de deur van de vriesruimte met tape
dicht.
Laat de laden (9)/glasplaten (2/3) in het apparaat zit-
ten, zodat niemand, bijvoorbeeld kinderen of andere
personen, in het apparaat kunnen klimmen.
VERPAKKING
Het apparaat zit ter bescherming
tegen transportschade in een ver-
pakking. Verpakkingen zijn gemaakt
van materialen die milieuvriendelijk
kunnen worden afgevoerd en vak-
kundig kunnen worden gerecycled.
Neem de volgende markering van verpak-
kingsmaterialen met de afkortingen (a) en
nummers (b) in acht bij het scheiden van afval:
1-7: kunststoffen/20-22: papier en karton/80-98:
composietmaterialen
DE
FR
NL
ES
IT
EN
2,5
terugdraai-
27