Aansluitingen
Belangrijk: om mogelijke schade aan uw luid-
sprekers of andere componenten in uw audio-
systeem te vermijden, raden wij u dringend aan
ALLE systeemcomponenten, inclusief de CDR 20,
uit te schakelen en de stekkers uit het stopcon-
tact te nemen tijdens het maken of veranderen
van de verbindingen, dan wel installatie van
nieuwe apparatuur.
Opstelling
De CD-loopwerken in de CDR 20 zijn precisie
instrumenten en zijn gevoelig voor interferentie
door trillingen. Om de kans op overslaan tijdens
afspelen of opnemen te minimaliseren is het aan
te bevelen het apparaat op een solide horizon-
taal en trillingsvrij vlak op te stellen.
Wanneer u de CDR 20 in een kast of in een klei-
ne ruimte installeert, zorg u er dan voor dat er
voldoende plaats is voor het apparaat om de
discladen volledig te openen en dat er voldoen-
de plaats is boven het apparaat om gemakkelijk
discs in te kunnen leggen.
Naast de veiligheidsvoorschriften beschreven op
pagina 4 wordt ook aangeraden de CDR 20 niet
in direct zonlicht te plaatsen, noch bloot te stel-
len aan extreme warmte of koude, aangezien dit
de in de speler gebruikte discs of de speler zelf
zou kunnen beschadigen. Audioversterkers of
receivers met groot vermogen en andere elektro-
nische apparaten kunnen veel warmte genere-
ren. Om die reden de CDR 20 niet rechtstreeks
boven op een versterker, receiver of andere
warmtebron plaatsen. Zorg ervoor dat er aan
alle kanten om de CDR 20 steeds 2 cm vrije
ruimte is om voor voldoende ventilatie te zor-
gen.
Houd het apparaat altijd uit de buurt van water
en vocht.
Aansluiten op het audiosysteem
Het aansluiten van de CDR 20 is niet anders dan
het aansluiten van een standaard CD-speler of
een band- of cassetterecorder, plus eventueel de
digitale aansluitingen.
Aansluiten weergavedeck
De aansluitingen met het label "CDP" op het
achterpaneel betreffen de uitgangen van het
weergavedeck 3, dat functioneert als een
standaard CD-speler. Sluit de analoge CDP uit-
gangen links en rechts ¡ aan op de CD-ingang
van uw receiver, voorversterker of surround pro-
cessor.
Voor optimaal resultaat wordt een digitale ver-
binding aanbevolen, via de coax of optische ¢
• outputs. Verbind deze met de overeenkomsti-
ge digitale aansluitingen op de receiver, voorver-
sterker, processor of externe digitale decoder.
12 AANSLUITINGEN
Het is misschien nodig een instelling op de recei-
ver of de processor te veranderen om de digitale
ingang te verbinden met de "CD" toets of
ingangskeuze. Raadpleeg de handleiding van dat
apparaat; deze configuratie verschilt per appa-
raat.
Aansluiten opnamedeck
De aansluitingen met het label "CDR" op de
achterzijde betreffen de in- en uitgangen van het
opnamedeck %. Afhankelijk van de mogelijk-
heden van uw receiver, voorversterker of proces-
sor is het wellicht het eenvoudigst de analoge
in- en uitgangen te verbinden met de aansluitin-
gen van een taperecorder. Daar de functies van
de CDR 20 overeenkomen met die van een stan-
daard cassettedeck, is dat wellicht handiger te
kiezen als ingang op de receiver of voorverster-
ker. Verbind de analoge CDR-uitgangen met de
Play/In ingangen de Tape of Aux aansluiting op
uw receiver of voorversterker. Verbind de CDR-
ingangen met de Tape Rec/Out uitgangen van
uw receiver of voorversterker.
Om het signaal van het opnamedeck af te spe-
len via de digitale decoder van uw receiver, of
via een externe processor, sluit u de CDR coax
uitgang aan op de overeenkomstige ingang
van uw receiver of processor. Het is misschien
nodig een instelling op de receiver of de proces-
sor te veranderen om de digitale ingang te ver-
binden met de "Tape" toets of de specifieke
ingangskeuze, geassocieerd met digitale signa-
len. Raadpleeg de handleiding van uw receiver
of processor, want deze configuratie kan per
apparaat verschillen.
Om op te nemen van externe digitale bronnen,
zoals CD, DVD of MD, verbindt u de coax ingan-
gen van de CDR §6, of de CDR Optische
ingang ¶ met de digitale uitgang van de
receiver of processor. Heeft uw receiver geen
digitale uitgangen, dan kunt u de coax ingang
§6 van de CDR 20 direct verbinden met de
digitale uitgang van een CD-speler of ander digi-
taal apparaat.
Verbindingen met een draagbare digitale CD- of
MD-speler kunt u ook maken door de coax digi-
tale uitgang van de speler aan te sluiten op de
digitale ingang 6 op het frontpaneel van de
CDR 20. Wanneer de beide digitale ingangen in
gebruik zijn, zal de ingang 6 op het frontpa-
neel van de CDR 20 prioriteit hebben.
Wanneer het onpraktisch is de ingang op de
voorzijde los te nemen bij gebruik van het appa-
raat dat met de achterzijde is verbonden, scha-
kelt u simpelweg het apparaat uit dat op het
front is aangsloten is. Dan valt het digitale sig-
naal weg en wordt de ingang op de achterzijde
gekozen.
BELANGRIJK BIJ
DIGITALE AANSLUITINGEN
COAX: let er speciaal op uitsluitend digitale sig-
nalen toe te voeren aan de digitale ingangen,
hoewel digitale coax aansluitingen hetzelfde
type cinch plug gebruiken als standaard analoge
signalen. In de meeste gevallen kunnen digitale
aansluitingen herkend worden aan een oranje
inzetringetje rond het midden van de ingang.
Gebruik bij het maken van digitale aansluitingen
uitsluitend coax verbindingskabels, zoals er één
is bijgeleverd met de CDR 20, of gebruik kabels
bestemd voor videotoepassingen. Zelfs al heb-
ben ze het juiste type cinch plug, gebruik geen
stereo audiokabels: deze zijn niet geschikt voor
gebruik met digitale signalen. Heeft u vragen
over het type kabel te gebruiken met de CDR 20,
raadpleeg dan uw dealer.
OPTISCH: er bestaan verschillende typen opti-
sche verbindingen. Zorg er voor dat u uitsluitend
optische kabels van het type "TOS" gebruikt
met de CDR 20. Om zeker te zijn van een goede
verbinding met optische kabels deze geheel in
de aansluiting drukken tot u een klik hoort. Dan
weet u zeker dat de stekker er volledig in zit.
Denk eraan de plastic stofkapjes van de optische
aansluitingen te bewaren om ze weer aan te
brengen wanneer de aansluiting niet gebruikt
wordt. Dit om te verhinderen dat er zich op het
aansluitpunt stof ophoopt.