A 0002 / 2002EA
Waarschuwing: de waarschuwingen en instructies in deze handleiding dekken niet alle mogelijke condities en situaties die
zich kunnen voordoen. De gebruiker moet inzien dat het gezond verstand en een voorzichtig gedrag factoren zijn die niet
inherent zijn aan het product maar van de gebruiker van het gereedschap uit moeten komen.
C. EXTRA VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Waarschuwingenbetreffende de slijpschijf
1. Gebruik de slijpschijf niet als die gechipt, gebarsten of versleten is. Controleer of er barsten aanwezig zijn die niet
met het blote oog te zien zijn door het aan het centrale gat op te hangen en er met een niet-metalen voorwerp tegen
te tikken (vb: de greep van een schroevendraaier). Als hij in goede staat verkeert, zal een metalen geluid weerklinken.
Een dof geluid duidt op een barst of breuk.
2. Gebruik alleen geschikte slijpschijven (7/8 "). Probeer het montagegat niet te veranderen of aan te passen.
3. Draai de moer niet te strak vast. Draai enkel met de hand vast. Te strak vastdraaien kan het wiel breken of doen
uiteenvallen.
4. Gebruik deze slijpmachine nooit zonder het deksel van de slijpschijf op zijn plaats.
5. Test de slijpschijf altijd door hem een minuut te laten draaien vooraleer hem in contact te laten komen met een
ketting.
6. Blijf uit de buurt van het wiel wanneer het draait en waak erover dat niemand zich in de buurt ervan bevindt, ook
niet in de trajectlijn van de draaibeweging van het wiel.
7. Als de slijpschijf trilt, zet de machine onmiddellijk uit en controleer of de slijpschijf stevig vastzit en niet beschadigd
is.
8. Probeer de slijpschijf nooit met de handen te stoppen, ook niet als u veiligheidshandschoenen draagt. Het wiel zal
zowel de handschoenen als uw handen snijden en ernstige letsels veroorzaken.
9. De snelheid aangegeven voor de reserveslijpschijf moet de nominale waarde van het gereedschap bereiken of
overschrijden.
Waarschuwing!!Deze machine is bestemd voor het slijpen van de kettingen van kettingzagen. Probeer geen ander
gereedschap of andere voorwerpen te slijpen.
G. GEBRUIK
De assemblage, de montage en de afstellingen moeten enkel plaatsvinden met de stekker uit het stopcontact.
1. Bovenste kap
2. Handgreep
3. Schakelaar Start/Stop
4. Motorbescherming
5. Voedingssnoer met stekker
6. Ventilatieopeningen
7. Aanslagschroef diepte
8. Assemblagekit
a. Bout
b. Ring
c. Zelfborgende moer
9. Voet
10. Montagegaten
11. Stelschroeven
12. Klem
13. Regelschroef
14. Aanslagketting
15. Schuurschijf
16. Onderste kap
17. Schaal hoeken