Aansluitingen
OPMERKING
• Steek het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle aansluitingen
zijn gemaakt.
• Lees tijdens het aansluiten ook de handleidingen van de andere
componenten.
• Zorg dat u de linker en rechter kanalen juist aansluit (links op links,
rechts op rechts).
• Bundel de elektriciteitssnoeren niet samen met de aansluitkabels.
Dit kan gebrom of andere storingen tot gevolg hebben.
Kabels die voor aansluitingen worden
gebruikt
Audiokabel (apart verkrijgbaar)
Subwooferkabel
Luidsprekerkabel
Optische kabel
L
Audiokabel
R
Aansluiten van de luidsprekers
Subwoofer met
ingebouwde
versterker
IN
L
R
De luidsprekerkabels aansluiten
Controleer nauwgezet het linker (L) en het rechter (R) kanaal en de +
Luidspreker SC-M39
(rood) en - (zwart) polariteit op de luidsprekers die op het toestel zijn
aangesloten en let er goed op dat u de kanalen en polariteiten op juiste
wijze aansluit.
1
Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van de luidsprekerkabel en
wikkel de kerndraden stevig samen of
(R)
(L)
breng er wat soldeertin op aan.
w
q
w
q
2
Draai de luidsprekeraansluiting
tegenwijzersin los.
3
Steek de kerndraad van de
luidsprekerkabel tot aan de isolatie in
de luidsprekeraansluiting.
Draai de luidsprekeraansluiting
4
wijzersin vast.
OPMERKING
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u
de luidsprekers aansluit. Schakel ook de subwoofer uit.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16 Ω/ohm.
Het ingebouwde beschermingscircuit kan worden geactiveerd
wanneer er luidsprekers met een andere impedantie worden
gebruikt.
• Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden
uit de luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit
kan geactiveerd worden wanneer de kerndraden in contact
komen met het achterpaneel of wanneer de + en – draden met
elkaar contact maken
• Raak de luidsprekeraansluitingen nooit met ingeschakelde
netspanning aan. Dat kan een elektrische schok veroorzaken.
4
(vblz. 35
"Beveiligingscircuit").