NOODSTOP:
Door het indrukken van de noodstop, wordt het aggregaat direct stil gezet. Door de knop linksom te draaien,
wordt deze weer gereset.
Bij stroomaggregaten met een omkasting is de noodstop op de buitenzijde geplaatst.
Bij open sets zit deze op het bedieningspaneel.
METERS WELKE DE MOTORSTATUS WEERGEVEN:
Olie druk.
Voltage van de accu.
Motor temperatuur.
Brandstofniveau.
DIAGNOSTISCHE KNOP:
Hier kan de status van de motor uitgelezen worden nadat de motor uit staat (electronisch g e r e g e l d e
motoren). Ook kunnen hier de storingscodes uitgelezen worden, wanneer de generator door een storing uit is gevallen.
AARDLEKAUTOMAAT:
Beveiliging bij aardlek per fase, waarbij de hoofdschakelaar uitgeschakeld wordt.
Standaard ingesteld bij een overschrijding van 30 mA, met een vertraging van 0 sec.
Inclusief een testknop voor het testen van de werking van de aardlekautomaat.
Het is de verantwoordelijkheid van de instalateur om de aardlek bij te stellen en te verzegelen volgens
de huidige richtlijnen.
17
17