Blitzventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Bij een eenvoudig Blitzventiel kan de vuldruk niet
worden gemeten. Daarom wordt de vuldruk
gemeten in de vulslang tijdens het langzaam
oppompen met een fietspomp.
Het wordt aanbevolen een fietspomp te
gebruiken met drukmeter.
1 Verwijder de ventieldop.
2 Draai de velgmoer los.
3 Sluit de fietspomp aan.
4 Pomp de band langzaam op en let daarbij op
de vuldruk.
5 Corrigeer de vuldruk conform de gegevens op
de pedelecpas.
6 Draai, wanneer de vuldruk te hoog is, de wartel
los, laat lucht af en draai de wartel weer vast.
7 Haal de fietspomp los.
8 Draai de ventieldop stevig vast.
9 Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
Corrigeer zo nodig de vuldruk (zie
paragraaf 6.5.8).
Autoventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Het wordt aanbevolen de luchtpomp van een
tankstation of een moderne fietspomp met
drukmeter te gebruiken. Oudere en eenvoudige
fietspompen zijn niet geschikt voor een
autoventiel.
1 Verwijder de ventieldop.
2 Draai de velgmoer los.
3 Sluit de fietspomp aan.
4 Pomp de band op en let daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
MY23I0a - 56_1.0_14.09.2022
Reiniging, verzorging en inspectie
5 Haal de fietspomp los.
6 Draai de ventieldop stevig vast.
7 Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
Corrigeer zo nodig de vuldruk (zie
paragraaf 6.5.8).
Frans ventiel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Het wordt aanbevolen een fietspomp te
gebruiken met drukmeter. De
gebruikshandleiding van de fietspomp moet in
acht worden genomen.
1 Verwijder de ventieldop.
2 Draai de kartelmoer ca. vier slagen los.
3 Sluit de fietspomp voorzichtig zo aan, dat de
ventielinzet niet wordt verbogen.
4 Pomp de band op en let daarbij op de vuldruk.
5 Corrigeer de vuldruk conform de gegevens op
de band.
6 Haal de fietspomp los.
7 Draai de kartelmoer met de vingertoppen vast.
8 Draai de ventieldop stevig vast.
9 Draai de kartelmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
Corrigeer zo nodig de vuldruk (zie
paragraaf 6.5.8).
171