Brander in gebruik nemen
Brandervermogen instellen
U kan het brandervermogen aanpassen of instellen,
wanneer u de ventilatordruk en de oliedruk bij constant
CO
-gehalte verandert (zie hoofdstuk 4 "Technische
2
gegevens en leveringsomvang", pagina 8 en afb. 34).
Sluit het meettoestel voor de statische ventilatordruk
aan de drukmeetnippel (afb. 35, pos. 1) aan.
Maak de aanzuigluchtgeleiding (ALF) los
(afb. 36, pos. 1).
Pas de statische ventilatordruk aan door de
aanzuigluchtgeleiding te verdraaien.
Let erop, dat bij een hogere ventilatordruk een
verschuiving van de regelaar resulteert in kleinere
waarden op de schaal. Dat stemt overeen met de
richting van de pijl (afb. 36, pos. 2).
Stel de oliedruk bij (zie hoofdstuk "CO2-gehalte
bijstellen", pagina 26), zodat het CO
de aangegeven waarden ligt (zie hoofdstuk 4
"Technische gegevens en leveringsomvang",
pagina 8). Vervang eventueel de sproeiers.
Brandervermogen verhogen
Wanneer u het brandervermogen verhoogt en de
vorming van CO wil vermijden, moet u eerst een hogere
ventilatordruk instellen.
Regel vervolgens de oliedruk, om het CO
kunnen instellen.
Brandervermogen verlagen
Wanneer u het brandervermogen wil verlagen, moet u
eerst de oliedruk doen dalen.
Regel vervolgens de ventilatordruk, om het CO
te kunnen instellen.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Blauwevlambrander Logatop BE-A K • Uitgave 01/2006
Afb. 34 Brandervermogen instellen aan de hand van een
-gehalte binnen
2
Afb. 35 Meetpunt voor de statische ventilatordruk
-gehalte te
2
-gehalte
2
Afb. 36 Aanzuigluchtgeleiding veranderen
Brandervermogen in %
wijziging van de ventilatordruk (CO
2
1
7
Fabrieksinstelling
= 13,5 %)
2
1
27