70
10.8. Steeklengte instellen
Met de steeklengteknop () kunt u de lengte van het ingestelde steekpa-
troon selecteren.
Draai de steeklengteknop zo dat de gewenste steeklengte bij het mar-
keringsteken staat.
Met de nummers wordt de steeklengte bij benadering aangegeven.
10.9. Soorten steken instellen
De soorten steken worden ingesteld met de programmakeuzeknop. Let er
altijd op dat de naald in de hoogste stand staat voordat u van steek veran-
dert.
Voer voordat u een steekprogramma gaat gebruiken, een naaitest op een
lapje stof uit.
Een overzicht van alle steekpatronen is te vinden in de programmatabel in
hoofdstuk ". Programmaselectie" in de volledige gebruiksaanwijzing.
Zie voor het plaatsen en weghalen van de persvoet hoofdstuk ".. De
persvoet verwijderen en plaatsen" in de volledige handleiding.