Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hellingshoek Van De Collectoren; Hellingshoekbereik Bepalen; Hellingshoek En Hoek Op Schuine Daken Bepalen; Hellingshoek En Hoek Op Gevels Bepalen - Nefit SCM3 Installatie- En Onderhoudsinstructies

Vlakke collector voor zonnethermische systemen
Inhoudsopgave

Advertenties

Voor de montage
5.3

Hellingshoek van de collectoren

De hellingshoek van de collectoren is afhankelijk van de toepassing en
de dakhelling. Uit toepassingsbereik, dakhelling en hellingshoek wordt
de hoek van de collectorsteunen bepaald.
α
Afb. 20 Hellingshoek van de collectoren
[α]
Hellingshoek

5.3.1 Hellingshoekbereik bepalen

De verschillende toepassingsbereiken van zonnesystemen hebben ver-
schillende hellingshoekbereiken, die afhankelijk van het jaargetijde een
optimale zonneopbrengst waarborgen.
Toepassingsgebied
Warm water
Warmwater + kamerverwarming
Warm water + zwembad
Warmwater + kamerverwarming + zwembad 45—60°
Tabel 8
▶ Hellingshoekbereik conform toepassingsbereik bepalen.

5.3.2 Hellingshoek en hoek op schuine daken bepalen

Bij licht schuine daken op het zuiden:
Hoek [2] = hellingshoek [1] –– dakhelling [3]
Bij licht schuine daken op het noorden:
Hoek [2] = hellingshoek [1] + dakhelling [3]
1
45°
2
30°
15°
Afb. 21 Hellingshoek op schuine daken
[1]
Hellingshoek van de collector
(absolute hoek t.o.v. horizontale lijn)
[2]
Hoek van de collectorsteunen
[3]
Dakhelling (maximaal 25°)
SCM3 • 6 720 806 155 (2013/03)
6720647803-04.1T
Hellingshoekbereik
30—45°
45—60°
30—45°
2
45°
30°
15°
3
6720647803-05.1T

5.3.3 Hellingshoek en hoek op gevels bepalen

Bij gevelmontage: hoek [2] = 90° –– hellingshoek [1]
De hellingshoek moet bij de gevelmontage tussen 45° en
60° liggen.
30°
2
1
60°
Afb. 22 Hellingshoek op gevels
[1]
Hellingshoek van de collector
(absolute hoek t.o.v. horizontale lijn)
[2]
Hoek van de collectorsteunen
5.4

Benodigde ruimte op het dak

5.4.1 Afstand tussen de collectorrijen vastleggen

De minimale afstand X tussen de collectorrijen resulteert uit de hellings-
hoek van de collectoren.
Afstand X plat dak
Opstellings-
hoek α
Verticaal
30°
5,43 m
35°
5,85 m
40°
6,22 m
45°
6,55 m
50°
6,83 m
55°
7,06 m
60°
7,23 m
Tabel 9 Afstand tussen de collectorrijen, bij minimale zonnestand (op
plat dak 17°; op gevel: 61°)
▶ Lees afstand X af uit de tab. 9 of bepaal deze met de formule.
▶ Bij velden met meerdere rijen de afstand X aanhouden, zodat geen be-
1
schaduwing kan optreden ( afb. 23 en 24).
L
Afb. 23 Voorkom beschaduwing, platdakopstelling
[α]
Hellingshoek
[β]
Minimale zonnestand
[X]
Afstand tussen de collectorrijen
45°
2
1
45°
6720647803-06.1T
Afstand X gevel
Horizontaal
Horizontaal
2,94 m
3,17 m
3,37 m
3,55 m
2,33 m
3,70 m
2,26 m
3,82 m
2,18 m
3,92 m
2,08 m
sin
+
cos
b
tan
b
6720804147.06-1.ST
6720804147.06-1.ST
5
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave