Kantentaster (alleen voor frezen)
De diameter, lengteverstelling en maateenheden van de kantentaster
worden in dit invoerscherm ingesteld. Voor beide waarden gelden de
maateenheden zoals aangegeven in het invoerscherm. zie
"Tastfuncties voor het instellen van nulpunten" op pagina 9 voor meer
informatie over het gebruik van de functies van de kantentaster.
De numerieke toetsen worden gebruikt om de diameter- en
lengtewaarden in te voeren. De diameter moet groter zijn dan nul.
De lengte is een waarde met een voorafgaand teken (negatief of
positief).
Er is een softkey beschikbaar waarmee u de maateenheden voor de
kantentaster kunt opgeven.
De instellingen voor de kantentaster blijven behouden na het
uitschakelen.
Diameter assen
Kies Diameter assen om te bepalen welke assen kunnen worden
weergegeven in radius- of diameterwaarden. AAN geeft aan dat de
aspositie wordt weergegeven als een diameterwaarde. Bij UIT is de
functie Radius/diameter niet van toepassing. Zie Fig. I.4. Voor
draaibewerkingen zie "Softkey Radius/diameter" op pagina 20 voor
meer informatie over de functie Radius/diameter.
Verplaats de cursor naar Diameter assen en druk op ENTER.
De cursor staat nu in het veld X-as. Afhankelijk van de gewenste
parameter voor de desbetreffende as, drukt u op de softkey AAN/UIT
om de functie in of uit te schakelen.
Druk op ENTER.
Uitvoer van meetwaarden
Met de functie Uitvoer van meetwaarden kunt u aftastmeetwaarden
verzenden via de seriële poort. Ook de uitvoer van de actuele
uitlezingen wordt geactiveerd via een commando (Ctrl B) dat via de
seriële poort naar de Wizard 550 wordt verzonden.
Het invoerscherm Uitvoer meetwaarden wordt gebruikt om de uitvoer
van gegevens tijdens het aftasten in te schakelen (AAN) of uit te
schakelen (UIT).
Uitvoer van aftastgegevens (alleen frezen) - Deze functie kan in- of
uitgeschakeld worden Is deze functie ingeschakeld (AAN), dan
worden de meetgegevens uitgevoerd zodra het aftasten is voltooid.
Zie hoofdstuk "II – 5 Gegevensuitvoer externe schakelaar op pagina
32" voor informatie over de indeling van de uitvoergegevens.
Waarschuwing Bijna nul
Het invoerscherm Waarschuwing Bijna nul wordt gebruikt voor het
configureren van de staafgrafiek onder de asweergave in de
werkstand Restweg. Elke as heeft zijn eigen bereik.
Druk op de softkey AAN/UIT om het invoeren van waarden met de
numerieke toetsen mogelijk te maken, of er gewoon mee te
beginnen. Het actuele positiekader begint te bewegen als de positie
binnen bereik is.
4
Fig. I.4
Invoerscherm Diameter assen
I